‘Studenten kunnen direct mee in de geest van de Omgevingswet’

Interview met Janneke van de Vorstenbosch, docent Omgevingsrecht aan de Hogeschool Leiden Tekst: Reinoud Schaatsbergen

De Omgevingswet brengt een flinke cultuurverandering met zich mee. Is het niet logisch om studenten al tijdens de opleiding hierin mee te nemen? Janneke van de Vorstenbosch is het daar volhartig mee eens. “Onze studenten kennen de ‘oude’ cultuur niet en kunnen dus makkelijker mee in de ‘nieuwe’ geest van de Omgevingswet.” Als docent Omgevingsrecht aan de Hogeschool Leiden heeft ze persoonlijk meegemaakt hoe de nieuwe generatie studenten gemeenten kunnen helpen om de Omgevingswet te implementeren.

Van de Vorstenbosch is docent aan de Hogeschool Leiden, waar ze lesgeeft in onder andere omgevingsrecht. Voor haar docentencarrière was ze elf jaar actief in de ruimtelijke ordening. Dat geeft haar een sterke focus op de link tussen burgers en overheid, die ze op de hogeschool bijvoorbeeld inzet in de mede door haar ontwikkelde minor Toekomstbestendige Leefomgeving. Daarnaast is ze betrokken bij het lectoraat Recht & Rechtvaardigheid met het LivingLAB Omgevingswet Zuid-Holland.

Janneke van de Vorstenbosch, docent Publieksrecht en coördinator LivingLab Omgevingswet Zuid-Holland bij de Hogeschool Leiden

Loesanne van der Geest, medeorganisator van het LivingLab

LivingLAB Omgevingswet Van de Vorstenbosch ziet dat steeds meer studenten interesse tonen in de nieuwe wet. In 2017 greep zij deze kans aan door samen met Provincie Zuid-Holland, diverse gemeenten en adviesbureau Mees Ruimte & Milieu het LivingLAB Omgevingsrecht Zuid-Holland op te richten. “Daarin keken we naar vraagstukken vanuit deze partijen ten aanzien van de Omgevingswet en zochten we de antwoorden in het werkveld, bijvoorbeeld bij gemeenten die al aan het experimenteren waren”, vertelt ze. “Afstudeerders onderzochten in feite de open eindjes van de wet en hoe gemeenten en omgevingsdiensten bezig waren met de voorbereidingen op deze wet.” Omdat het om een nog niet ingevoerde wet ging, was dit LivingLAB-traject meteen een leuke, maar ook vreemde eend in de bijt bij het afstuderen. “Het was even zoeken, want we hebben op de Hogeschool een redelijk vast stramien waarbinnen studenten moeten afstuderen. Deze opzet leidt meestal tot jurisprudentieonderzoeken”, legt Van de Vorstenbosch uit. “Een nieuwe wet leent zich vaak niet goed voor afstuderen, want er is nog veel onduidelijk, maar we hebben gewoon geëxperimenteerd in ons lab. We wilden dit echt doen.” De focus in het LivingLAB ligt volgens Van de Vorstenbosch op het integraal samenwerken binnen de Omgevingswet. Want: “Grenzen vervagen. Binnen de gemeenten zullen de verschillende adviesafdelingen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, gezondheid en cultureel erfgoed, meer samen optrekken en een samenhangende benadering in hun besluitvorming toepassen”.

Inmiddels heeft het LivingLAB een vaste plaats binnen de opleiding en geeft Van de Vorstenbosch samen met haar collega Loesanne van der Geest vorm aan het afstuderen binnen het lab.Van der Geest is naast haar betrokkenheid bij het lectoraat en het lab ook werkzaam bij adviesbureau Mees Ruimte & Milieu.

Minor toekomstbestendige leefomgeving Naast het afstuderen is er ook een minor, een soort van afstudeerrichting, ontwikkeld op het gebied van het omgevingsrecht: Toekomstbestendige Leefomgeving. “Vanwege het belang van integrale samenwerking is dit geen puur juridische minor geworden, maar is deze ook opengesteld voor bijvoorbeeld planologie- en bestuurskundestudenten”, vertelt Van de Vorstenbosch. “Door de verschillende expertise van studenten ontstaat er ook een andere dynamiek en andere vormen van creativiteit.” Als het aan Van de Vorstenbosch ligt, valt er nog veel meer uit deze creativiteit van studenten te halen. “Deze generatie is visueel sterk ingesteld”, legt ze uit. “Ze maken mooie en overtuigende presentaties, een belangrijke eigenschap als je verandering wilt brengen. Dat was goed te zien tijdens de eindpresentatie van de minor. Opdrachtgever gemeente Bodegraven-Reeuwijk had een projectopdracht om een tiny house-wijk te ontwikkelen. De studenten hebben toen hun visie gepresenteerd aan de gemeenteraad. Sommige van die visies waren zeer creatief vormgegeven. Dat zijn mooie effecten die laten zien wat er nu al mogelijk.”

Foto's hierboven: De expeditie binnen het programma Omgeving ontmoet Omgevingswet op het NRE-terrein in Eindhoven.

Creativiteit en uitdagingen Het LivingLAB en de minor trok de aandacht van DuurzaamDoor, specifiek binnen het lopende programma Omgeving ontmoet Omgevingswet. Samen met Hogeschool Leiden organiseerden ze een expeditie voor de studenten van de minor om in workshops hun denkwijze over de Omgevingswet te vormen. De Design Academy uit Eindhoven werd ook betrokken om te helpen bij het prikkelen van die denkwijze. Workshops over het bereiken van belanghebbenden en het visueel overbrengen van plannen passeerden de revue. De expeditie vond plaats op het NRE-terrein in Eindhoven, een oud industrieel terrein dat door de gemeente Eindhoven op creatieve wijze transformeert. “Dat wordt gedaan door kijkend naar de kenmerken van het gebied maatwerk toe te passen”, vertelt Van de Vorstenbosch. “Daarmee liepen ze alvast vooruit op de Omgevingswet, waarbinnen een flexibele aanpak centraal staat met meer afwegingsruimte om doelen voor de leefomgeving te bereiken.” Nieuwe denken De workshops waren vooral bedoeld om studenten nieuwe inzichten te bieden, zodat ze zich konden verplaatsen in de verschillende partijen. “Dat hebben we naderhand ook meegenomen in de opleiding. Bij elke opdracht denken ze nu na over wie er wordt geraakt met een plan. Zo blijven ze goed stilstaan bij de integrale samenwerking die de Omgevingswet nastreeft.”

Volgens Van de Vorstenbosch heeft dit een preventieve werking. Ze legt uit: “Wij willen vooral ervoor waken dat studenten niet in die oude rol terecht komen. Dat ze in stages of in het werkveld niet meegaan in de hokjes-denkwijze, waarbij alleen getoetst wordt of een voorgenomen initiatief wel binnen de regels past.

We willen juist dat ze een brede blik blijven houden en dat ze bij elk plan de verschillende mogelijkheden onderzoeken. We vragen ze dus om de integrale benadering in de praktijk toe te passen. Als we daar nu al aan beginnen door samen te werken en participatieplannen op te stellen, hopen we dat dit effect gaat hebben in het werkveld.”

“Als hogeschool hebben we studenten de waarde kunnen meegeven dat de wereld groter is dan alleen je eigen bubbel. Dat ze ook over de grenzen willen kijken. Dat is in ieder geval al bereikt doordat ze de moeite namen om naar Eindhoven te reizen”, lacht ze. “Maar ik heb hun ervaringen op het NRE-terrein wel teruggezien in eindpresentaties. Dat ze het belang inzagen van het in gesprek gaan met elkaar.” Vervolgstappen Hogeschool Leiden is naar aanleiding van het LivingLABmeer uitstapjes gaan organiseren, een teken dat de workshops goed zijn geland. Een van de uitstapjes was een hackathon gericht op de digitale inzichtelijkheid van de omgevingsplannen en hoe dat op gemeentelijk gebied geregeld moet worden. Van de Vorstenbosch: “Dat is waarschijnlijk wel het volgende struikelblok binnen de implementatie van de Omgevingswet.” De volgende stap is om niet alleen de studenten die zelf kiezen voor een specialisatie Omgevingswet hierin op te leiden, maar alle studenten. “Dit doen we door de module Omgevingsrecht van jaar 1 door te ontwikkelen”, aldus Van de Vorstenbosch. Mede in dit kader schrijven zij en Van der Geest een boek over het ‘nieuwe’ omgevingsrecht. Het betreft een nieuwe uitgave van Praktisch Omgevingsrecht voor HBO-juristen, specifiek gericht op de ruimtelijke ordening en het omgevingsrecht zodra de Omgevingswet in werking is getreden. Het boek wordt uitgebracht door uitgeverij Noordhoff en ligt begin 2022 in de winkel.

Foto onder: Janneke werkt met studenten aan beslisbomen tijdens de hackathon over omgevingsplannen