‘Knok voor zeggenschap en laat het niet bij mooie visies’

Interview met Frans Soeterbroek van adviesbureau De Ruimtemaker Tekst: Reinoud Schaatsbergen

Er is in afgelopen jaren veel gezegd en geschreven over de Omgevingswet, waarbij het altijd gaat over de mogelijke zegeningen van de wet. Iedereen probeert bij dat positieve verhaal aan te sluiten. Frans Soeterbroek van adviesbureau De Ruimtemaker ziet het met lede ogen aan. Zijn advies: “Hou ermee op.”

Soeterbroek adviseert vanuit zijn bureau De Ruimtemaker over ruimtelijke ontwikkeling en democratie. “Eigenlijk alles wat met ruimte te maken heeft en hoe zich dat verhoudt tot de zeggenschap van de burger in die ruimte”, legt hij uit, waarbij de nadruk op de bijdrage van de burger ligt. “Het begrip ‘participatie’ is wat treurig geworden, dat begraaf ik liever. We moeten de discussie verleggen naar zeggenschap.”

‘Er wordt gedaan alsof het bedoeld is om alles maar mooier te maken’

Dubieuze wet Die oproep verkondigde Soeterbroek enkele jaren terug al tijdens de bijeenkomst Dat moet je willen zien: kwaliteit, krachten en kanjers in Den Bosch, georganiseerd door DuurzaamDoor. Hij verzorgde de keynote, die bedoeld was om de Omgevingswet kritisch tegen het licht te houden. “Iedereen probeert braaf zijn haakje aan de wet te hangen, met het idee om te vernieuwen of integraler te werken”, aldus Soeterbroek. “Dat is precies mijn kritiek op het machinale debat: er wordt gedaan alsof het bedoeld is om alles maar mooier te maken.”

De essentie van de Omgevingswet, zegt Soeterbroek, is juist ongunstig: “Iets wat nu al dubieus is, namelijk het vermogen van de overheid en marktpartijen om projecten die kwetsbaar zijn voor de omgeving door te drukken, wordt door de wet nog makkelijker gemaakt. Die Omgevingswet is één groot feest voor projectontwikkelaars. Mijn waarschuwing is: kijk naar de bedoeling, naar waarom het zo wordt opgeschreven. Het gaat nu om het afknijpen van de democratische bevoegdheden, terwijl de burgers en burgerinitiatieven juist meer kansen moeten krijgen.”

“De Omgevingswet is een extreem neoliberalische visie op ontwikkelingen, dat past niet meer in deze tijd”, schetst Soeterbroek. “Het is, vrees ik, te laat om te zeggen: ‘Hou ermee op, het brengt ons alleen maar ellende’, dus alle hens aan dek om het meer in lijn met onze tijd te maken.”

Lokaal regelen Wat dan wel? Volgens Soeterbroek moeten we ons niet blindstaren op één wondermiddel, maar ‘met elkaar ontdekken wat het publieke belang bij de omgeving is’. “Ik ben pragmatisch: die wet komt er nu eenmaal”, aldus Soeterbroek, “maar om te zorgen dat er geen ongelukken ontstaan, moeten er lokaal zaken geregeld worden."

"Deels kan dat met instrumenten zoals een omgevingsplan of -visie, maar ook in een lokale participatieverordening. Dat advies heb ik met een aantal organisaties gebundeld in een zogeheten landingsplaats voor de Omgevingswet.”

Want, zegt Soeterbroek: “Hoe is het mogelijk dat we in deze tijd, waarin we zorgvuldig met ruimte om moeten gaan en waarin we het vertrouwen van de burger moeten terugwinnen, dat er een wet wordt geïntroduceerd die precies de andere kant opgaat?” Volgens de adviseur zijn er vrij simpele oplossingen te bedenken die per gemeente, regio of provincie bekeken moeten worden. Zo oppert hij het voorbeeld van de Amerikaanse neighbourhood benefit agreement.

“Dit is nu in Amsterdam geregeld in een zogeheten maatschappelijk akkoord”, vertelt hij. “Dat concept zegt: voordat je kunt ontwikkelen in een buurt, moet je een overeenkomst met die buurt sluiten waarin staat wat de buurt ervoor terugkrijgt. Zoiets zorgt voor een veiligheidsklep binnen de Omgevingswet zodat je niet ontspoort.” Een ander voorbeeld, ditmaal uit het Verenigd Koninkrijk, ambieert hetzelfde doel: “Een eerste biedingsrecht op vastgoed. Dat biedt burgers de kans om als eerste een plan te maken voor vastgoed dat vrij komt te staan in hun buurt, nog voordat het op de markt komt.” Zo'n instrument zal uiteindelijk leiden tot een sterkere positie van burgerinitiatieven omdat dit het speelveld en de spelregels verandert.

Grip op ruimte Dit soort initiatieven, argumenteert Soeterbroek, zijn praktisch en gemakkelijk toe te passen en ‘helpen om de grip van de samenleving op ruimte te versterken’. “We moeten knokken voor zeggenschap, niet alleen voor mooie visies en plannen.”

‘Het is te laat om te zeggen: ‘Hou ermee op’, dus alle hens aan dek om het meer in lijn met onze tijd te maken’