Hoe ouder je wordt, hoe groter het belang van sport en bewegen is om bijvoorbeeld de kans op vallen te verkleinen. Het beweeggedrag tijdens je leven en de mate waarin je met bewegen bent opgegroeid vormt je beweegkapitaal.

Dit kapitaal bouw je gedurende je hele leven op; als kind sporten met vrienden van school tot later op de fiets je (klein)kinderen naar de sportvereniging brengen. Het beschikken over beweegkapitaal betaalt zich op latere leeftijd uit.

Met het verstrijken van de jaren krijgen ouderen nu eenmaal meer fysieke problemen. Hun zicht, gehoor en spierkracht nemen af. Jaarlijks belanden maar liefst 105.000 65-plussers op de spoedeisende hulp na een val.

Sporten en bewegen helpt om onder andere vallen te voorkomen. 150 minuten per week matig intensief bewegen - wandelen en fietsen - geeft gezondheidsvoordeel. Daarbij is ook het advies om tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te doen, gecombineerd met balansoefeningen.

Tijdens deze sessie wordt duidelijk: Ouderen die beweegkapitaal hebben blijven in beweging, voelen zich fitter en durven meer, bijvoorbeeld meer naar buiten gaan. Bovendien inspireren sportende ouderen weer leeftijdsgenoten om in beweging te komen in bijvoorbeeld wandelgroepjes. “Zo houden ze elkaar bij de les. Het motiveert om te sporten”, zegt Anne Bulsink van het Nationaal Ouderenfonds. Met gespreksleider Cees Vervoorn, Liesbeth Preller, fysiotherapeut Marjolein Kuijt en buurtsportcoach Arjan Jansen spreekt zij in deze sessie over hoe we beweegkapitaal kunnen opbouwen én verzilveren.