Het is een behoorlijke uitdaging om kinderen met een achterstand in de motorische ontwikkeling in beweging te krijgen en te houden. Het kind beweegt minder handig dan leeftijdsgenootjes. Een gevolg kan zijn dat het kind gefrustreerd raakt en niet goed kan meedoen in de klas, bij het spelen of sporten. Dan ontstaat al snel een vicieuze cirkel.

Ze doen alleen nog die activiteiten die ze kunnen of leuk vinden. En omdat dat er steeds minder worden – succeservaringen hebben ze immers amper nog – doen veel van deze kinderen rond de 18 jaar nog maar weinig aan sport en bewegen.

Dat moet anders. Het aanbod moet ook aansluiten bij kinderen met bewegingsproblemen. Daarbij is het belangrijk dat de begeleiding meer uitgaat van wat kinderen kunnen en willen. Zo komt er ruimte om weer te leren. Buig de mindset van ‘presteren’ om naar ‘iedereen mag meedoen’ bij zowel ouders als leerkrachten.

Dit vertellen Remo Mombarg, lector Bewegingsonderwijs en Jeugdsport aan de Hanzehogeschool, en Christa Rietberg, vakleerkracht en ambulant begeleider bewegingsonderwijs tijdens deze sessie. “Luister naar het kind. Ga kijken naar wat voor hen een geschikte manier is om mee te doen.”

Lastig? Programmacoördinator Franceline van de Geer van Special Heroes geeft enkele praktische tips en legt uit waar veel tools te vinden zijn om ook zelf aan de slag te kunnen. Bekijk en pas toe.