Hoofdstuk 4:

Belangrijkste kennis uit de workshops

Workshop:

Op je gezondheid! Gezondheidswinst en praktijkervaringen lucht in MVI

Hoe kun je met je inkoop zorgen voor schone lucht en waar kun je de grootste gezondheidswinst halen? Die vragen werden beantwoord in de workshop

‘Op je gezondheid! Gezondheidswinst en praktijkervaringen lucht in MVI’. Eerst kwam de ‘why’ onder de aandacht,

want waarom zouden we inzetten op gezondheid? De maatschappelijke impact is groot, want mensen overlijden gemiddeld 9 maanden eerder als gevolg van luchtverontreiniging en jaarlijks eist ongezonde lucht 11.000 mensenlevens.

Om deze opgave in te vullen is vanuit verschillende gemeenten is een Schone Lucht Akkoord gesloten, met als doel om in 2030 de gezondheidsschade minstens halveren. Deze gezamenlijke afspraken leveren zekerheid op voor stakeholders en kennisontwikkeling binnen specifieke thema’s; het Rijk is hierbij faciliterend en ondersteunen in proces en maatregelen.

Lucht meenemen in aanbestedingen

Als je lucht wilt meenemen in aanbestedingen, dan zijn er vier manieren. Een van de meest eenvoudige opties is om mini-mum luchtcriteria MVI op te nemen. Daarnaast is het mogelijk om verdergaande eisen en vergunningen mee te nemen en in te zetten op innovatieve aanbestedingen. Verder kan zero emission gestimuleerd worden, zodat die transitie goed op gang komt.

Sophie Gunnink van Gemeente Utrecht liet zien hoe dat er in de praktijk uitziet, met haar presentatie ‘Utrecht kiest voor gezonde lucht’. “We voldoen in Utrecht aan de Europese grenswaarden, maar we willen toe naar gezonde lucht. Hier-voor deden we onderzoek en brachten we onder andere in kaart welke bronnen in Utrecht ongezonde lucht veroorzaken en hoe dat in de toekomst wellicht verandert.”

Maatregelen voor uitstootvermindering

Uit het onderzoek bleek dat snelwegen nu wellicht een veroorzaker zijn van ongezonde lucht, terwijl die rol in de toekomst waarschijnlijk kleiner wordt. Mobiele werktuigen is een tweede op het gebied van uitstoot en dat is ook een gebied waar de gemeente Utrecht een directe invloed op heeft. Wat is dan de rol van inkoop bij gezonde lucht? “We nemen eisen en wensen op met betrekking tot schoon vervoer en werktuigen. Dat zijn de minimumeisen van MVIcriteria.nl en geven extra punten voor de inzet van hogere fasenormen en emissievrije werktuigen en vervoer.”

Er worden verschillende maatregelen ingezet om de uitstoot van mobiele werktuigen te beperken. “We weren de vuilste bouwwerktuigen in de hele gemeente en samen met de sector maken we een plan voor stationair draaien. Verder doen we pilots met emissievrij bouwen op krachtstroom en waterstof. Het effect van de maatregelen is onder andere dat de meest vervuilende werktuigen minder roet uitstoten.”

Workshop:

Sociale voorwaarden in aanbestedingen: beleid en uitvoering

Claudia van Orden, senior docent-onderzoeker bij de Hanzehogeschool in Groningen, nam de deelnemers mee in diverse onderzoeksprojecten over sociaal aanbesteden. Eerst ging zij in op de veronderstelling dat er nog weinig gebruik wordt gemaakt van het stellen van sociale voorwaarden door aanbestedende diensten. Klopt dat wel? “We hebben een steekproef van 500 van de in totaal 18225 aankondigingen op TenderNed over het jaar 2019 onderzocht. Daarmee kregen we een indicatie van hoe het gesteld is met het sociale element in deze aan-bestedingen.” Geturfd werd onder andere de geschiktheidseis, de gunningscriteria en het selectiecriterium, om duidelijk te maken óf en op welke manier sociale voorwaarden gesteld werden in aanbestedingen.

“In 32% van de aanbestedingsgevallen wordt social return uitgevraagd”, blijkt een van de conclusies. “Als het wordt op-genomen in de aanbesteding, dan gebeurt dat meestal als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde.

Soms ook in samenhang met een minimumeis, waarbij je voorafgaand aangeeft dat je een bepaald percentage van de aanneemsom aan social return besteed, bijvoorbeeld 5%.” Het wordt nog niet vaak als gunnings-criterium aangegeven, terwijl daar wel een toepassingsmogelijkheid ligt.

Welk type aanbestedingsdienst is dan het beste kindje van de klas? Gemeenten blijken op kop te lopen. “Die zitten bijna op de helft van de aanbestedingen waarin social return wordt uitgevraagd. Rijks-overheid veel minder en andere publieks-rechtelijke instellingen relatief nog lager; die vragen dit onderdeel het minst uit.” Volgens Van Orden is die uitkomst niet verbazingwekkend, aangezien gemeenten zelf het grootste belang hebben bij deze uitvraag. “Opvallend is ook dat gemeenten hun social return-beleid goed op orde hebben.” Ook lijken vrijwel alle gemeenten te zijn aangesloten bij een regio waar zij hetzelfde social return-beleid hanteren.

Waar komt het social return-beleid dan vandaan en wie is ervoor verantwoordelijk? “Veel gemeenten hebben een social return-coördinator en opvallend is dat die op veel verschillende plekken gepositio-neerd is.” Bijvoorbeeld de afdeling inkoop, arbeidsmarktregio of sector welzijn. “Er kan bij een semi-overheid verwarring zijn over waar de verantwoordelijkheid voor social return thuishoort.”

Bij wie vonden deelnemers deze verantwoordelijkheid horen? Daarvoor werd door Van Orden een poll gestart. ’Afdeling inkoop’ en ‘anders’ scoren even hoog en ‘afdeling HRM’ wordt niet vaak genoemd.

Een conclusie uit het onderzoek is dat er nog ruimte is voor meer toepassing van sociale voorwaarden, in ander vorm dan bijzondere uitvoeringsvoorwaarden. Daarnaast kan de huidige gezondheids-crisis een kans zijn om social return verder te ontwikkelen. “In de bouwblokken-methode kun je de inspanningswaarde op basis van een full time jaarcontract afzetten tegen uitkeringen, waarvan er verschillende soorten zijn, met diverse looptijden.”

Workshop:

Stichting Waternet: van ambitie, naar CO2-meting, naar inkoop

Het vertalen van duurzame ambities naar aanbestedingen heeft aardig wat voeten in de aarde. Daar vertelden Christel Simmelink van Stichting Waternet en Sophie de Vocht van PHI Factory alles over aan de hand van een eigen praktijk-voorbeeld.

Simmelink trapt af en vertelt over de kernwaarden van Stichting Waternet, die gekoppeld zijn aan de duurzaam-heidsambities: “We werken dienstverlenend, duurzaam en doelmatig. We hadden als doel om eind 2020 een CO2-emissiereductie van 50.000 ton te hebben. Daarnaast willen we dat onze producten, diensten en activiteiten in 2024 een positieve impact hebben op mens, milieu en maatschappij.” te hebben. Daarnaast willen we dat onze producten, diensten en activiteiten in 2024 een positieve impact hebben op mens, milieu en maatschappij.”

Verder moet Waternet een voorbeeld-functie hebben op circulair gebied. Om dat aan te jagen wordt ingezet op een roadmap circulaire bedrijfsvoering. “Die bestaat uit 3 pijlers”, gaat Simmelink verder. “We richten ons op circulair inkopen, op het weghalen van reststromen en waarde toekennen aan materiaal-stromen. Zo stellen we ons de vragen: ‘Van hoeveel producten is de levensduur verlengd’ en ‘Hoeveel restafval wisten we te verminderen?’. Daarnaast bekijken we hoe we de CO2-footprint kunnen verminderen, aan de hand van directe en indirecte ‘scopes’.”

Verbeterscenario’s

De eerste scope is de uitstoot van eigen bronnen, direct toe te wijzen aan de organisatie. “Denk aan het eigen vervoer en brandstofverbruik”, vertelt De Vocht. “De tweede scope is de indirecte uitstoot door de energie die je inkoopt.”

De derde en laatste scope, daarop ligt de grootste focus. “Deze gaat over de verborgen impact van alle producten die in gebruik zijn bij Waternet en de materialen die in gebouwen zitten.” Aan de hand van scenario’s kun je je uitstoot verminderen. Bijvoorbeeld door na te denken wat de impact is van alleen lokale catering inkopen, of aan het einde van de levensduur reststromen worden hergebruikt.”

Waternet maakte gebruik van een specifieke aanpak om met een aanbesteding aan de slag te gaan; Rapid Circular Contracting, “Het verschil is dat je nog niet de complete uitwerking bij leveranciers neerlegt, maar dat je innovatie stimuleert”, weet Simmelink. “Je daagt de markt uit om met alternatieve voorstellen te komen en gaat samen naar oplossingen op zoek.” Ze adviseert om klein te beginnen en ‘gewoon te starten’. “Je verzandt anders in alleen maar blijven praten.” Door aan de slag te gaan zorg je ervoor dat je je eerste resultaten intern en extern kunt delen. Dat motiveert vervolgens weer om vervolgstappen te zetten.”

Workshop:

Verbindingskansen van financiering en maatschappelijk vastgoed

Rob Kessels van de gemeente Roermond gaf een praktijkvoorbeeld aan de hand van zijn afstudeeronderzoek, geënt op de verbindingskansen van financiering en maatschappelijk vastgoed: “De middelen binnen gemeentelijke begrotingen zijn beperkt en de opgaven voor verduurzaming des te groter”, begint hij. “Hoe verduurzaam je je portefeuille en werk je tegelijkertijd aan maatschappelijke opgaves als de aanpak van de coronacrisis en het verbeteren van het maatschappelijk domein? Er zijn koppelkansen tussen vastgoed en het sociale domein. Daar moet je samen voor omdenken, een denkwijze waarin we denken in mogelijkheden en die laten passen in standaard stramienen.” Hij refereerde aan het concept ‘Hexa-SIB’.

“Mensen die in het sociale vangnet komen, laat je ermee meedenken in het verduurzamingsproces. Hen bied je de kans om en mee te denken. Vervolgens krijgt de uitvoerende partij als een aannemer de mogelijkheid om deze personen te betrekken bij de opgave. Het model is er niet op gericht om het financieringstekort op te lossen, maar het realiseert een groter maatschappelijk rendement.”

Een tweede voorbeeld was de inspirerende businesscase van een biofilische school, belicht door Anko Kuyt van de gemeente Almere. Een ecologische school ‘De Verwondering’ was het uitgangspunt van de bouw: “In een prettige omgeving tot betere prestaties komen en de natuur binnen halen”, belichtte Kuyt de doelstellingen voor de duurzame realisatie. “De school wordt februari 2021 opgeleverd”, gaf hij als vergezicht. “We zijn met een traditioneel ontwerpproces gestart en hielden maatschappelijke meerwaarde als uitgangspunt in onze businesscase. Omdat houtbouw en ecologisch design nog geen standaard zijn, moesten we best even zoeken naar geschikte partners voor het project.

We werken uiteindelijk samen met ORGA architect en de adviseur aan een ontwerp.” Duurzaam Gebouwd-expert Daan Bruggink zei hier eerder op Duurzaam-Gebouwd.nl het volgende over: “Gebouwen waarin de identiteit en intelligentie van onze kinderen groeien en vorm krijgen, moeten zo ontworpen worden dat kinderen optimaal kunnen leren en gedijen. Wanneer de natuur in al haar vormen geïntegreerd wordt in de onderwijsomgeving, levert dit enorme positieve effecten op voor de gesteldheid, de concentratie en het leervermogen.”

De Verwondering kent verschillende natuurlijke eigenschappen. Zo loopt hemelwater via een spuwer het plein op en vindt zijn weg door het natuurlijke speelterrein. Op het dak van het laagste cluster, de onderbouw, is een openluchtlokaal gesitueerd, deels overdekt, en ingebed in een vegetatiedak. Dit lokaal wordt het hele jaar door gebruikt, er is een moestuin en er lopen kippen.” Kuyt adviseert om alle ketenpartners vroeg te betrekken bij de realisatie. “Bevorder kennisontwikkeling en uitvoeringservaring en ga er niet vanuit dat je meteen 100% circulair bouwt. Toon durf, neem risico’s en je krijgt prachtige projecten als eindresultaat.”

Workshop:

Goed voorbeeld doet volgen

Met de toepasselijke titel ‘Goed voorbeeld doet volgen’ liet Carla Vosmaer van provincie Noord-Brabant zien hoe succesvolle projecten kunnen leiden tot nieuwe inzichten en het opstropen van de mouwen. Eerst vertelde Vosmaer over haar persoonlijke drive, de inspiratie die ze opdeed bij Movares. Daar was ze betrokken bij de ontwikkeling van een innovatie: koud gebogen glas. “We deden een patentaanvraag op deze nieuwe toepassing van glas. We merkten dat het mogelijkheden biedt om eenvoudiger te vervoeren, lichtere constructies te realiseren en bijvoorbeeld zonnecellen onder te brengen. ”Intrinsieke motivatie, het mandaat om dingen anders te doen, gekoppeld aan de nodige denkkracht, kunnen samen een grote impact hebben in je organisatie en op duurzame processen.”

Een andere innovatie met belangrijke inzichten was de N329. “De N329, de weg van de toekomst, kreeg verschillende noviteiten als zonnebomen die energie opwekken en groene signaallichtjes die aangeven of je de juiste snelheid rijdt om groen te krijgen bij de volgende stoplichten. Sommige innovaties binnen dit project zijn niet meer in werking, maar kun je het project dan als mislukt bestempelen?” Wat haar betreft is dat niet het geval: “De meerwaarde zit niet alleen in de fysieke elementen die je neerzet, maar ook in het proces. We leerden lessen over hoe we uitstoot konden verminderen en duurzame energie konden opwekken. En met het project hebben we veel partijen geïnspireerd en lef getoond om dingen anders te doen. We lieten in 2012 al zien dat we een weg konden opleveren die energieneutraal was, 60 tot 65% CO2-reductie had ten opzichte van de standaardsituaties. ”

Het pionieren ziet zij dan ook als essentieel om de duurzaamheidsdoelstellingen van 2030 en 2050 te halen. “Anders gaan we die doelstellingen niet halen. We moeten bereid zijn om bepaalde risico’s te nemen.” Die mindset zien we ook terug bij de realisatie van de N605 Gemert Noord-Om. Daar behaalde het projectteam in totaal drie wereldprimeurs:

de grootste composietbrug, waarbij composiet als materiaal nog verre van gemeengoed is, een ingeschoven rotonde en een 3d-geprinte fietsbrug. Vosmaer adviseert: “Inventariseer en discussieer in een vroeg stadium over de gebieden en de elementen waar je meerwaarde wilt krijgen.” Wat waren de gamechangers in het project? “We maakten innovatie een voorwaarde in de uitvraag.

De inschrijvende partij heeft toen een ander team bij de tenderfase betrokken en daarom hebben we de innovaties aangeboden gekregen. Niet omdat ze er beter mee konden scoren, maar omdat ze de uitdaging en de kans kregen om te laten zien wat ze kunnen op dat vlak.”

Gunnen op duurzaamheid

Om innovatieve oplossingen en duurzaamheid als standaard in de aanbesteding op te nemen, ging de provincie op een zoektocht. Er is een aantal elementen opgenomen in de werkwijze voor contracten en aanbestedingen: “We werken vanuit een vastgesteld kader en gunnen voor een belangrijk deel op duurzaamheid. Daarnaast passen we instrumenten uit het Duurzaam GWW toe en zetten in op het mogelijk maken van de toepassing van duurzame innovatie.” Ook de prestaties van deze duurzame projecten is van belang: op welke manier droegen de projecten bij aan de verduurzaming? “We brengen de data over de effecten van de duurzaamheidsactiviteiten in kaart. Daarnaast evalueren we en verbeteren we onze aanpak samen met de markt.”

Van de provincie vraagt het om open te staan voor verandering, bijvoorbeeld de standaard eisen aanpassen ten gunste van duurzaamheid. “Eerder waren RAW-bepalingen [standaard juridische, administratieve en technische voorwaarden, red.] volledig van toepassing, nu is daar een selectie uit gemaakt. Standaarddetails waren voorheen bindend. Nu worden die gebruikt als referentiefootprint.” Ook op het gebied van circulariteit worden stappen gezet. “Materialen schreven we eerst zelf voor, nu stimuleren we de toepassing van innovatieve materialen.” “We zorgen dat er in ieder project ruimte is voor duurzaamheid, met hulp van het Ambitieweb. Dat zorgt ook voor een gezonde uitdaging voor de markt!”

Workshop:

Circulair contract afgesloten, en nu?

Nadat je een circulair contract hebt afgesloten begint het verduurzamings-proces pas. Een team van experts bestaande uit Juul Nederhorst van gemeente Noord-Holland, Esther Sluis-Thiescheffer van gemeente

Gooise Meren, Marieke Hofmann van gemeente Utrecht, Eddie Bakker van gemeente Gooise Meren en Diederik Heij van PIANOo gingen in op wat contract-managers nodig hebben om afspraken te managen.

Eerst ging het woord naar Sluis-Thiescheffer en Nederhorst. “Contract-management is hét middel om toegevoegde waarde uit contracten te krijgen en daarbij gaat het vooral om een eenduidige registratie”, vertelt Nederhorst.

“Ook prestaties en risicomanagement zijn onderdelen van contractmanagement.” Is contactmanagement voor circulair inkopen ingewikkelder dan ‘normaal’? Nederhorst ziet in de praktijk dat contractmanagers niet altijd vroeg in het proces worden betrokken. “Daardoor is het lastiger om te weten waar je op moet sturen.”

Interne aanbestedings-resultaten terugkoppelen

1. Werkwijze en waar meer informatie te vinden is over de

raamovereenkomst

2. De inhoud van de raamovereenkomst

3. De toegevoegde waarde van de gunningscriteria

De informatie om intern te delen is meestal al voorhanden, vanwege het schrijven van het proces verbaal van gunning. De uitdaging zit volgens Sluis-Thiescheffer wel in het evalueren van de behaalde resultaten. “Je wilt weten of de elementen die eerst op papier stonden, ook daadwerkelijk worden geleverd. We [in samenwerking met onder andere gemeente Noord-Holland, red.] hebben een meetmethode ontwikkeld, een ‘roadmap circulair inkopen’, die een leidraad biedt om naar 100% circulair inkopen en opdrachtgeverschap te gaan. De procesmeetmethode laat op verschillende aspecten meten, met borging als resultaat.”

Zo wordt gemeten op de marktconsultatie die is uitgevoerd, de consultatie met de betrokken projectpartners en het contract dat wordt uitgezet.

Je ziet terug of de naleving van de circulaire afspraken op de correcte manier is vormgegeven en of er evaluatie-gesprekken plaatsvinden. “De borging telt mee in de meting,” gaat Nederhorst verder, “en geeft onze organisatie zo een prikkel om goed te scoren. Alle MRA-overheden hebben zich hieraan gecommi-tteerd.” De borging zorgt ervoor dat er geen verrassingen ontstaan over de behaalde resultaten.

De stelling: ‘Het grote zorgenkindje voor het behalen van 100% circulair inkopen en opdrachtgeverschap is het contract-management’. Daar reageert Bakker op vanuit zijn rol als contract-manager: “Op papier zijn afspraken luid en duidelijk, maar de praktijk is weerbarstiger. Waar je in het contract bijvoorbeeld CO2-neutraal afspraken? hebt staan, kan het lastig zijn om in praktijksituaties bijvoorbeeld de beschikbare middelen te vinden die hieraan voldoen. Doordat je in de praktijk soms geen alternatief hebt om op terug te vallen, kan het zijn dat duurzame ele-menten uit je contract wegvallen.” Hij refereert bijvoorbeeld naar een situatie waarin onkruid wordt weggebrand in de openbare ruimte. Hoewel in het contract staat opgenomen dat er voor een bepaalde manier wordt gekozen, wordt ervan af geweken op het moment dat de werkmethodiek niet beschikbaar blijkt te zijn.

Weerbarstige praktijk

Ook Hofmann kent voorbeelden van hoe de praktijk afwijkt van de werkelijkheid. “Recent hadden we een herinrichtingssituatie en onze aannemer had aangegeven emissievrije werktuigen in te zetten. Het werd aan het begin van het contract specifiek gemaakt welke dat zouden zijn, maar die moesten nog geleverd worden gedurende de opdracht. Door de gezondheidscrisis bleek dat het lastig werd om deze elementen te leveren.” Gelukkig had de aannemer alternatieve oplossingen om zoveel mogelijk richting emissievrij te komen, maar uiteindelijk was het niet volgens de eerder gemaakte afspraken. “Vervolgens ontstaat de discussie hoe streng je op die wijzigingen in het contract moet zijn. Enerzijds zie je een discussie ontstaan over technische termen en de wetenschap ‘Wanneer ben ik emissievrij’ en anderzijds is het lastig om te bepalen hoeveel prioriteit de afspraken hebben, versus flexibiliteit.”

Bekijk hier dag 2!