Tekst: Michiel van Campen, Branchevereniging Spelen en Bewegen
Het is echt nodig dat kinderen meer gaan buiten spelen en dat tieners en volwassenen meer gaan bewegen. Met bewondering kijk ik daarom naar de creativiteit van ontwerpers en bouwers van speelruimte en speeltoestellen, die ‘gamification’ daarvoor succesvol gebruiken. Als je erin slaagt kinderen, tieners en volwassenen buiten in beweging te krijgen, dan ben ik je fan!
Wel vraag ik me af - zelf opgegroeid zonder de verleiding van telefoons, tablets, computers en de games die je daarop speelt – of en hoe ‘gamification’ voor jonge kinderen daar echt aan bijdraagt.
‘Gamification’ in brede zin gebruikt spelelementen om mensen te verleiden tot bepaald gedrag. Bijvoorbeeld om iets te oefenen, te leren, of iets te doen wat ergens goed voor is. Dit met gebruik van het plezier in samen spelen, competitiedrang en stimulans door beloning. Met of zonder digitale technologie.
Volwassenen krijg je daarmee in beweging, weet ik uit ervaring, met actieve teambuildings-activiteiten. Spelenderwijs is het leuk en gaat het bewegen haast onopgemerkt. Voor tieners werkt het ook als je ze als groep enthousiast krijgt, stel ik mij voor. Prima als dat lukt met digitale technologie, feedback, punten en levels. Basisschoolkinderen hebben vanuit zichzelf de drang om te schommelen, klimmen en van de glijbaan te gaan. Maar voor hen kan de combi van digitale informatie en competitie/beloningselementen natuurlijk wel leuk en educatief zijn.
Veel buitenspelletjes hebben competitie en beloning in zich, ook zonder technologie. Tikkertje; de beloning dat je hem niet meer ‘bent’ als het je gelukt is iemand te tikken. Verstoppertje; lukt het je zó goed te verstoppen, dat je niet gevonden wordt? Touwtjespringen; wie kan dit het langst volhouden? Bij vrij spelen bedenken kinderen zelf wat ze doen en kunnen ze zelf de regels bepalen. Bij spelletjes die je zélf bedenkt, bepaal je zelf wanneer je punten krijgt. Veel spelletjes hebben regels die je leert van oudere kinderen, maar je kunt die regels in overleg ook veranderen, versoepelen, of niet laten gelden voor bepaalde kinderen. Terwijl bij computerspelletjes de regels vastliggen en je niet zelf kunt bepalen hoe en waarmee je punten scoort.
Het mooie van het ‘gewone’ buiten spelen, is dat dit hier alles in zit wat ‘gamification’ ook benut. Ze vinden spelen leuk, in gezelschap van andere kinderen. Ze doen het uit zichzelf. En zonder dat ze het weten is hun spelen óók oefenen, leren en bewegen. Dus heel goed voor ze!
Als kinderen het spontaan spelen afleren, doordat ze al jong spelletjes op een tablet mogen spelen, dan weet ik wel welk gedrag ik zou willen stimuleren: dat ouders met hun kinderen naar buiten gaan! Dus mijn oproep aan de ontwikkelaars van de ‘gamification’: zorg voor games waarbij nog wel zoveel mogelijk aan de fantasie en de creativiteit aan de kinderen wordt overgelaten. Of beter nog: is er een game te bedenken die ouders beloont voor het stimuleren dat hun kind naar buiten gaat? Om ze daar zelfstandig te laten rennen, spelen en ravotten!