Een goeie wijk om oud te zijn

Wouter Veldhuis is de Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving. Samen met Rijksbouwmeester Francesco Veenstra en collega Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving Jannemarie de Jonge vormt hij het College van Rijksadviseurs. ‘Het is de leukste baan die er is’, vindt Wouter. ‘Voor de periode van 4 jaar heb ik een vrije rol en mag ik de overheid gevraagd en ongevraagd adviseren over het ruimtelijk beleid. Heel bewust wordt er voor de functie van Rijksadviseur iemand gekozen vanuit de praktijk. Ik hoef niet het beleid uit te voeren, maar kan kritisch kijken en adviseren hoe het beter kan.’

De wijk omarmen

Na zijn studie aan de TU Delft is Wouter samen met studievrienden het stedenbouwkundig bureau MUST begonnen. Hij werkt er nog steeds. ‘Ik ben stedebouwkudige, zonder n’, zegt Wouter met nadruk. ‘Het gaat in mijn vak niet om de stad of steden maar om stede’, legt hij uit. ‘Stede komt uit het oud Nederlands en betekent plek. Ik ben een plekkenmaker. Voor mij is het belangrijk om me bij mijn opdrachten te verbinden met de plekken en de mensen. Ik wil de leefwereld kennen van de mensen die wonen op de plek waar ik aan werk. Ik kan me mateloos verbazen over het gebrek aan inlevingsvermogen van professionals bij de mensen die wonen in de wijken waar zij het beleid of de woningen voor maken. Professionals beginnen vaak met de wijk te diskwalificeren. Het is er te verloederd, de bevolking te eenzijdig, er is te weinig groen. Terwijl je, als je met de bewoners praat, een ander verhaal hoort. Ook zij zien wat er wel en niet deugt, maar het is bovenal hun wijk. Zij zijn ermee verbonden en waarderen dingen die je niet ziet vanachter de tekentafel of in de statistieken. Hij haalt een frase aan uit een onderzoek van stadssocioloog Arnold Reijndorp, waarin een bewoner haar wijk kwalificeerde als ‘een goeie wijk om arm te zijn’. Begin met het omarmen van de wijk, kijk met empathie en dan ga je snappen wat er kan werken’, is zijn ervaring.

Een goeie wijk om oud te zijn

Mijn vraag of ouderen in beeld zijn in de stedenbouwkundige opgaven, doet Wouter glimlachen. ‘Ze wonen er toch, in al die steden en dorpen, is zijn repliek. ‘Hoe zou je ze over het hoofd kunnen zien?’ Hij ziet het bieden van ruimte aan ouderen die een nieuwe stap willen maken in hoe ze wonen als één van de belangrijke vraagstukken in de samenleving. ‘Toen alle verzorgingshuizen de prullenbak in gingen, is het aanbod voor ouderen enorm uitgehold. Niet alleen wat wonen betreft maar ook de sociaal maatschappelijke infrastructuur is weggevallen; het buurtrestaurant, de biljartvereniging, de maandelijkse lezing. Je moet nu heel hulpbehoevend zijn, wil de samenleving je nog een alternatief bieden. Voor ouderen met geld zijn er wel alternatieven, maar we hebben behoefte aan een goed en betaalbaar aanbod voor de massa. Maar net als de supermarktketen C1000 is dit aanbod uit onze wijken verdwenen.’ Wat we nodig hebben is ‘een goeie wijk om oud te zijn’, vindt Wouter, en die zal onderdeel zijn van onze bestaande dorpen en steden. ‘De bulk van de woningvraag zit in bestaande wijken. De mensen wonen er immers al. Natuurlijk zijn er mensen die als ze ouder worden een grote stap zetten; vanuit de stad gaan ze erfdelen in Drenthe of wijn maken in de Dordogne. De meeste mensen zijn echter niet zulke avonturiers. Ze zijn verbonden met de plek waar ze al wonen. Dus daar moeten we ruimte maken voor ouderen die een volgende stap willen zetten.’

De Doorstroomtrein

De provincie Utrecht organiseerde onlangs de Challenge Doorstroming. Wouter Veldhuis zat in de jury. Hij is zeer te spreken over de winnende inzending, De Doorstroomtrein van Floqz. ‘Voor mij weer een voorbeeld dat heel veel vraagstukken in het ruimtelijk domein niet worden opgelost door ingrepen in het ruimtelijk domein.’ Wouter legt uit: ‘Bij de Doorstroomtrein worden bewoners uit een wijk met een mogelijke verhuiswens bij elkaar gebracht. Door een eerste verhuizing te stimuleren wordt geprobeerd om onder de deelnemers een zo lang mogelijke verhuisketen te creëren. Een belangrijk onderliggend idee is dat mensen elkaar en de wijk wat gunnen. Als je weet dat als jij doorschuift in de wijk iemand anders in de wijk ook geholpen wordt, werkt dat als een stimulans. Een oudere bewoner verruilt zijn eengezinswoning voor een appartement in de wijk en een jong gezin krijgt daardoor meer ruimte. De Doorstroomtrein voert daarop regie en zorgt voor de juridische onderlegger.’ ‘Ik vind dat mooi’, vertelt Wouter. ‘Het idee past bij de omslag in denken die we moeten maken. We moeten afscheid nemen van het streven naar steeds meer welvaart en het streven naar meer welzijn omarmen. Drie waarden zijn daarvoor belangrijk: gemeenschapsvorming, wederkerigheid en vertrouwen. Ik zie ze in de Doorstroomtrein alle drie terug.’

Ruimte in bestaande wijken

Oplossingen voor de woonopgave voor ouderen liggen voor Wouter bij voorkeur in de bestaande wijken. Maar is die ruimte er wel? Of moeten we bouwen in het groen om de komende jaren de aantallen woningen te halen die nodig zijn? Wouter wijst op vier recente onderzoeken naar verdichting; het toevoegen van woningen in bestaande wijken. ‘Er is veel meer ruimte dan we denken. Er is de afgelopen 15 jaar in 1000 buurten meer dan 10% verdicht. Veelal was de reden om de leefomgeving te verbeteren. Het winkelcentrum moest aantrekkelijker gemaakt, de schoollocatie kwam vrij. Bewoners zijn positief. Het is drukker geworden, gezelliger, er is meer sociale controle.’ Wouter benadrukt dat een aantrekkelijke woonomgeving, zeker voor ouderen, draait om nabijheid. ‘Woningen, voorzieningen en groen wil je direct in de buurt hebben. Een complete woonomgeving binnen 15 minuten afstand is ideaal.’ We moeten veel beter, met een frisse blik, kijken naar waar plek is om woningen en voorzieningen toe te voegen en slim combineren: wonen en voorzieningen samen ontwikkelen. ‘Ontwerp met overmaat zowel in het gebouw als in de openbare ruimte. Vul niet alles in, maar geef bewoners ruimte om de omgeving naar hun hand te zetten. Dan kunnen oplossingen voor toekomstbestendig wonen voor ouderen vorm krijgen.’ Wouter ziet de goeie wijk om oud te zijn al voor zich: ‘Generaties die met elkaar samenleven, zorg hebben voor hun leefomgeving en naar elkaar omkijken.’ Een mooie vertaling van het streven naar meer welzijn.