Alledaagse attentheid volop aanwezig, ook in de superdiverse stad
Ludo Glimmerveen is programmaleider ‘Alledaagse attentheid in de superdiverse stad’ en senior onderzoeker bij het Ben Sajet Centrum in Amsterdam. Hij doet onderzoek naar het ontstaan van onderlinge steun in de context van een superdiverse stad.
Ludo Glimmerveen, Ben Sajet Centrum
Hij heeft het over ‘alledaagse attentheid’, waar collega-professor Monique Kremer al eerder onderzoek naar heeft gedaan. Ludo bestudeert hoe die ‘alledaagse attentheid’ in de superdiverse stad eruit ziet. “Die attentheid hebben we nodig omdat mensen langer thuis wonen. Zij zijn steeds vaker aangewezen op hulp in de buurt. Daar zijn zorgzame buurten voor nodig. Hoe komen die tot stand?” Dat vraagt Ludo zich af. Zeker in grote steden. “In de stad zijn de inkomensverschillen over het algemeen groter dan buiten de stad. Sowieso zijn stedelingen vaak divers: mensen verschillen qua achtergrond, terwijl gemeenschappen juist eerder ontstaan bij groepen die gelijkgestemd zijn. Toch zijn er zeker plekken waar die alledaagse attentheid al volop aanwezig is.”
Kennisagenda
Dat is niet het enige waar Ludo en zijn collega’s mee bezig zijn. Het Ben Sajet Centrum neemt als kennispartner deel aan de stuurgroep geclusterd wonen voor ouderen, die is ingesteld door de gemeente Amsterdam en de samenwerkingspartners. Dit komt voort uit de ‘Intentieverklaring zelfstandig geclusterd wonen voor ouderen in Amsterdam 2020- 2025’. Het Ben Sajet Centrum zal de totstandkoming van de kennisagenda coördineren. Een rol die goed past, want het Ben Sajet Centrum is een kenniswerkplaats en netwerkorganisatie op het gebied van de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Daarbij draait het om betekenisvol leven van ouderen en mensen met een beperking.
Sociaal knooppunt
In het onderzoek van het Ben Sajet Centrum gaat bijzondere aandacht uit naar de rol van ‘attente plekken’. Wat maakt dat een plek in de buurt verleidt tot ontmoeting en – in sommige gevallen – onderlinge steun? Zulke plekken staan vaak los van het professionele veld, maar soms biedt het bestaande zorgvastgoed ook kansen. Zo volgt Ludo met collega Josje Schut het project ‘Campus voor het leven’ rondom het Menno Simonszhuis, een appartementencomplex van corporatie Woonzorg Nederland gelegen in Amsterdam. Het project is gestart om de ondersteuning en zorg voor ouderen in de Amsterdamse wijk Buitenveldert zo lokaal mogelijk te organiseren. “De ontmoetingsruimte van het Menno Simonszhuis is ingericht als sociaal knooppunt waar oudere Amsterdammers elkaar kunnen ontmoeten en passende ondersteuning en zorg kunnen vinden.
Maar wat betekent dat in de praktijk? Hoe maak je het een aantrekkelijke plek – en voor wie? De aanwezigheid van professionele ondersteuning maakt dat sommige buurtbewoners vinden dat de plek ‘nog niet voor hen’ is, terwijl het anderen juist een vertrouwd gevoel geeft.” Ludo vindt het buitengewoon boeiend. “Dit soort plekken kunnen onderlinge ontmoeting en steun een zetje geven.” Ook elders in de stad volgt hij ontmoetingsplekken. “Soms zijn deze geïnitieerd door professionals, soms door bewoners zelf.”
Café als attente plek
Wat hij een prachtig voorbeeld vindt is een café in Amsterdam waar een aantal ouderen, allemaal tachtigplussers, dagelijks samenkomen om wat te drinken. Het is zo’n belangrijke ontmoetingsplek voor het groepje. De eigenaar van het café wil graag een sociale rol vervullen in de buurt en heeft zelfs af en toe contact met hun familieleden. Laatst wilde iemand het café afhuren voor een privéfeestje. Dat kon, maar wel pas na het koffieuurtje van de ouderen. “Dit is een voorbeeld van een attente plek in de stad.” Ook de kapper of het buurtsupermarktje kan die plek vervullen en iets betekenen voor zijn klanten. Ludo: “Deze plekken zijn een bron van alledaagse attentheid, juist voor mensen die steeds meer zijn aangewezen op de eigen buurt, zoals ouderen.”
Open blik
Ludo wijst op de ‘Proeftuin d’Oude Raai’, waar een aantal zorg- en welzijnsorganisaties en Stadsdorpen samen kijken hoe zij diverse vragen en signalen van buurtbewoners kunnen verbinden aan bestaande initiatieven of aan betekenisvolle plekken. Daarvoor is het nodig een netwerk op te bouwen van organisaties die actief zijn en van waarde zijn voor de ouderen. Ludo vindt het boeiend te onderzoeken hoe professionals zich kunnen verhouden tot dit soort initiatieven.
Hoe kunnen professionals zich betekenisvol verbinden aan de buurt? “Veel zorgorganisaties zoeken naar hun rol. Steeds meer moeten zij de samenwerking opzoeken met het informele netwerk, de mantelzorgers maar ook met organisaties zoals de kerk, sportvereniging, horeca en andere minder voor de hand liggende organisaties die in buurten actief zijn.” Dat vraagt volgens Ludo om een open blik van professionals. Waar kunnen zij ondersteunen zonder het initiatief over te nemen? Weten organisaties de juiste professionals te vinden? Elkaar kennen en weten wanneer je een beroep op elkaar kunt doen. Alleen op die manier kunnen zij elkaar versterken en zo ouderen waar nodig te ondersteunen in het prettig wonen in hun eigen buurt.
Ludo verzorgt de keynote lezing op het ZorgSaamWonen Congres 'Bouwen aan zorgzame buurten' op donderdag 28 september in De Meervaart te Amsterdam.
Bekijk het hele programma op zorgsaamwonencongres.nl.