Sectorbreed, eenduidig en voorspelbaar sturen op milieu-impact in de GWW
Hoe kun je sectorbreed, eenduidig en voorspelbaar sturen op het verlagen van de milieu-impact in de grond-, weg- en waterbouwsector (GWW) met de Milieukostenindicator (MKI)? Daarover gaven Charlie de Jong, beleidsmedewerker van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), en Tomas Peeters, adviseur circulaire economie bij Copper8, een presentatie tijdens de Dag van de Circulariteit.
Stalen tramrails in Amsterdam ( foto: Fons Heijnsbroek)
Charlie de Jong haalt in haar presentatie eerst de aanleiding aan: het kabinetsbesluit van 31 mei 2024 om sterker te gaan sturen op milieu-impact in de GWW. In het besluit staat onder andere dat het Ministerie van IenW landelijke prestatieniveaus gaat vaststellen voor beton, staal en asfalt én dat MKI moet worden meegewogen bij publieke inkooptrajecten voor grote projecten. Met een tweeledig doel: om de ambities op gebied van klimaat en circulaire economie te behalen en om investeringsperspectief te bieden voor verduurzaming bij producenten. Hierbij is eenvoudige implementeerbaarheid door mede-overheden een belangrijke randvoorwaarde.
Totstandkoming kabinetsbesluit
Het kabinetsbesluit is een reactie op vraag vanuit de sector om meer sturing op circulaire economie die door veel partijen, onder andere van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, het Bouwakkoord Staal en het Betonakkoord. Bovendien heeft het Planbureau voor de Leefomgeving in de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2023 aangegeven dat we de doelen van de transitie naar een circulaire economie niet halen als we op deze manier doorgaan.
De Jong vertelt dat de signalen eerst hebben geleid tot een plan van aanpak, daarna tot verdiepende onderzoeken en uiteindelijk tot het Beleidsadvies Sturende MKI; sectorbrede, eenduidige en voorspelbare sturing op milieu-impact in de grond-, weg- en waterbouw. De actiepunten uit het beleidsadvies zijn integraal overgenomen door de minister en gepubliceerd middels de kamerbrief.
Betonnen elementen bij de pier in Scheveningen
Charlie de Jong
Toelichting op beleidsadvies
Tomas Peeters van Copper8, naast Witteveen+Bos en Flux Partners een van de drie adviserende bureaus dat aan het beleidsadvies heeft gewerkt, vertelt dat de huidige sturingsinstrumenten in de GWW beperkt zijn en noemt een aantal uitgangspunten voor het advies:
- sturen op de ketenpartij met de meeste impact: producenten. Daarbij zijn beton, staal en asfalt verantwoordelijk voor 70 procent van de milieu-impact in de GWW-sector
- sturen vanuit de eigen invloedssfeer: publieke opdrachtgevers.
- kiezen voor de route vanuit optimale capaciteit met de laagste proceskosten en minste benodigde expertise
- kiezen voor de koploper-pelotonaanpak als sturingsfilosofie, waarbij eerst de koplopers de inkoop verbeteren, het peloton vervolgens te maken krijgt met strengere eisen en daarmee uiteindelijk de hele markt meegaat.
De uitgangspunten zijn gevalideerd in gesprekken met de sector: ronde tafels met publieke opdrachtgevers, aannemers, beton-, staal- en asfaltproducenten en ingenieurs- en adviesbureaus en gesprekken met koepelorganisaties en brancheorganisaties. De voorgestelde oplossingsrichtingen volgen vier sporen:
- verplicht bij alle publieke projecten het hanteren van landelijke prestatieniveaus op materiaalniveau voor beton, staal en asfalt (nu gebeurt dat vrijwillig)
- verplicht bij alle grote projecten het inkopen met MKI op projectniveau (de grens moet nog worden vastgesteld).
- stimuleer bij alle kleine projecten het inkopen met MKI op projectniveau op eenduidige wijze
- stimuleer het hanteren van circulaire ontwerpprincipes bij alle projecten.
Hierbij geldt dat de sector ondersteund moet worden in de bredere implementatie van sturing middels MKI, waarvoor een MKI Expertisecentrum wordt opgericht.
Tomas Peeters
Acht beleidsmaatregelen
Naar aanleiding van het beleidsadvies heeft het kabinet gekozen voor acht beleidsmaatregelen (Basis: wettelijke sturing op toepassing MKI):
- introductie prestatie-eisen op materiaalniveau voor beton, staal en asfalt
- verplichting inkopen met MKI in de aanbesteding en contractering van grote projecten
MKI expertisecentrum: stimulering toepassing MKI
- oprichting MKI-Expertisecentrum
- stimulering inkopen met MKI voor kleinere projecten
- Borging van eenduidigheid in het inkopen met MKI
- Stimulering van toepassing circulaire ontwerpprincipes.
Randvoorwaarden: borgen level playing field
- Investering in Milieuprestatiestelsel.
- Inzet op nieuwe (digitale) ontwerp- en monitoringsinstrumenten.
De Jong lichtte het tijdspad toe van het wetgevingstraject, dat ertoe moet leiden dat in Q1 2027 de wet bekend wordt gemaakt en in werking treedt.
'Inzetten op impact maken met elkaar'
Aan het eind van de presentatie legde Peeters uit wat sturen met MKI in de GWW in de praktijk betekent voor de verschillende partijen. Daarbij verwees hij naar de eerste twee punten van de hierboven genoemde beleidsmaatregelen.
Publieke opdrachtgevers
Voor publieke opdrachtgevers betekent maatregel 1 zekerheid dat ze duurzaam materiaal inkopen en borging in standaard contractvormen. Maatregel 2 betekent sturen op verduurzaming via inkoop, bij grote projecten en aansluiting bij de contractvorm. Bovendien is het onderscheidend voor sturing op duurzaamheid.
Producenten beton, staal en asfalt
Voor producenten van beton, staal en asfalt betekent maatregel 1 een gelijk speelveld door sturing op verduurzaming peloton en een stimulans van de investeringszekerheid bij verduurzaming productieprocessen. Maatregel 2 is een stimulans voor koplopers in de sector. Bovendien draagt het bij aan versnelling voor de achterhoede in de sector.
Aannemers
Voor aannemers betekent maatregel 1 de zekerheid dat ze duurzaam materiaal inkopen. Daarbij is de inzet een simpele controle om te kijken of toegepaste materialen voldoen aan de geldende prestatie-eisen. Maatregel 2 houdt in dat ze vaker gunningsvoordeel hebben op basis van behaalde MKI-waardes. Bovendien betekent het een gelijk speelveld door consistente uitvraag en toetsing en handhaving.
In de toelichting wees Peeters erop dat het ministerie van IenW bewust heeft gekozen voor een combinatie van verplichtende en stimulerende maatregelen, om zo ondersteuning te bieden aan de markt en ervoor te zorgen dat de hele markt op dezelfde manier gaat sturen met MKI’s om zo te komen tot een duurzamere GWW-sector.
Verschillende verhardingen rondom Centraal Station Rotterdam
Asfalt wegverharding op een brugdek
Reacties uit de zaal
Aan het eind van de presentatie introduceerden De Jong en Peeters de stelling: ‘Met het sturende en ondersteunende pakket aan maatregelen heb ik voldoende vertrouwen dat we met de hele sector aan de slag kunnen.’
Driekwart van de zaal gaf aan het eens te zijn met de stelling en zag het als een logische stap in het proces om MKI breder toe te passen en voort te bouwen op de opbouw van kennis en milieuprofielen in de Nationale Milieudatabase. Daarnaast werden verschillende aandachtspunten genoemd, zoals het bijwerken van eindelevensduurscenario’s, het aansluiten op verschillende contractvormen en de behoefte aan consistentie in de MKI-berekeningsmethodieken. Een kleine gemeente gaf aan de MKI al toe te passen bij al haar projecten en dat dit leidt tot goede resultaten. “Wat ons betreft zou het inkopen met MKI verplicht worden voor alle projecten.”