Hoe kun je staal het beste duurzaam conserveren?
Handreiking Duurzaamheid Staalconservering als hulpmiddel
Door het staal in onze infrastructuur te conserveren, kan het tot wel honderd jaar meegaan. Dit kan op verschillende manieren, waarbij de ene techniek duurzamer is dan de andere. Hoe kies je voor de meest duurzame optie, die ook nog eens het beste past bij het kunstwerk? Hier helpt de handreiking Duurzaamheid Staalconservering van Rijkswaterstaat (RWS) bij, die gebruikt kan worden bij zowel nieuwbouw- als onderhoudswerkzaamheden. Carolien Nieuwland, adviseur conservering bij RWS, vertelt hoe je de handreiking kunt gebruiken: ‘Is de kleur rood, dan moet je het eigenlijk niet doen.’
Er zijn verschillende technieken die je kunt toepassen om staal te conserveren. Zo kun je het staal verdikken met extra staal dat eraf mag roesten. Je kunt het staal ook verven, verzinken of er kathodische bescherming op toepassen. Al deze methoden hebben een eigen levensduur en vragen om onderhoud. Carolien Nieuwland: “Als je bijvoorbeeld een verfsysteem op een nieuwe brug aanbrengt, zul je daar regelmatig onderhoud aan moeten plegen; zowel klein onderhoud door een beetje bij te plekken, als groot onderhoud door de laag helemaal opnieuw aan te brengen. Bij het overwegen van de milieukosten die hiermee zijn gemoeid, kun je de handreiking Duurzaamheid Staalconservering raadplegen.”
De handreiking licht de verschillende conserveringstechnieken kort toe en vat in overzichtelijke tabellen de milieubelasting van de technieken samen; zowel voor objecten die op het land staan - zoals bruggen en portalen - als voor constructies die in water staan, zoals sluisdeuren of remmingwerken, waterkeringen en damwanden. “Bij elke techniek wordt de mate van duurzaamheid - de milieubelasting - gekwantificeerd aan de hand van de levenscyclusanalyse (LCA) en de milieukostenindicator (MKI) per vierkante meter per jaar.”
Kleurcodes
Drie kleurcodes vertellen snel en eenvoudig hoe duurzaam een maatregel is. Nieuwland: “Bij een verfsysteem op een atmosferische constructie staat bijvoorbeeld een groen blokje. Dit betekent dat het een duurzame keuze is. Is het blokje geel, dan is de keuze minder duurzaam. Is de kleur rood, dan moet je eigenlijk niet voor de betreffende conserveringstechniek kiezen.”
Milieubelasting zelf berekenen
De handleiding legt ook uit hoe je zelf een berekening kunt maken van de totale milieubelasting die een conserveringstechniek heeft. “Heb je de MKI berekend voor de aanleg van een brug, dan kun je daarna aan de slag met de levensduur”, legt Nieuwland uit. “Als een verfsysteem bijvoorbeeld ongeveer vijftien jaar oud is, dan ga je daarna bijplekken. Dit brengt de nodige kosten, materialen en uitstoot met zich mee. Je moet immers stellingen bouwen om overal bij te kunnen komen. Bovendien moeten vrachtauto’s heen en weer rijden voor het op- en afbouwen van de steigers. Na vijftien jaar moet je dan de hele brug overschilderen. Daar moet je grondstoffen voor gaan winnen en mengen. Het staal moet worden ontroest en de verf moet worden aangebracht; stuk voor stuk handelingen die je moet meenemen in de MKI.”
Als je de milieukosten voor al deze handelingen bij elkaar optelt, kom je uit op de milieubelasting van een specifieke conserveringsmethode. De handreiking geeft dus een richtlijn hoe belastend een conserveringstechniek is voor het milieu. Natuurlijk is de uiteindelijke keuze voor het type staalconservering niet afhankelijk van duurzaamheid alleen. Daarom is in de handreiking ook rekening gehouden met constructies die gevoelig zijn voor metaalmoeheid. Daarnaast is het belangrijk om bij de keuze voor een conserveringstechniek ook rekening te houden met de vormgeving, de toepassing, en met de vraag hoe snel het conserveringssysteem degradeert (waarbij het systeem zelf begint af te breken of minder effectief wordt).
Duidelijke toelichting verschillende conserveringstechnieken
Ad van Vugt, specialist kunstwerken en constructies bij de gemeente ’s-Hertogenbosch, past de handreiking Duurzaamheid Staalconservering nog niet toe, maar heeft het document al wel kunnen bestuderen. “In de handreiking worden de verschillende conserveringstechnieken duidelijk beschreven. Denk daarbij aan het aanbrengen van verflagen op een stalen ondergrond (natlak), het aanbrengen van metalen deklagen, een combinatiesysteem van twee conserveringstechnieken (duplexsysteem) of kathodische bescherming ter voorkoming van corrosie onder water.”
Keuzematrices
“In de handreiking staan twee keuzematrices’, vervolgt Van Vugt. “Eén voor atmosferische constructies (boven de waterlijn) en één voor immersie constructies (onder de waterlijn). Deze matrices geven per conserveringstechniek duidelijk aan wat bij een bepaalde levensduur de berekende milieubelasting per euro per vierkante meter per jaar is.
Aanbestedingen
Ook bij aanbestedingen kan de handreiking Duurzaamheid Staalconservering toegevoegde waarde bieden, denkt Van Vugt. “Als wij opdrachten in de markt zetten, geven we standaard de Rijkswaterstaat Technische Documenten (RTD) 1029 en 1032 mee. Deze documenten stellen technische eisen aan respectievelijk kathodische bescherming voor waterbouwkundige staalconstructies en aan staal conserveren. Als aanvulling op deze technische eisen kun je bij een uitvraag de handreiking meesturen en de inschrijver verzoeken een plan in te dienen waarin staat hoe hij de constructie zo duurzaam mogelijk denkt te gaan conserveren. De inschrijver kan dan gemakkelijk bekijken welke keuzes hij moet maken om zo duurzaam mogelijk te werken.”
Vooruitgang
Al met al vindt Van Vugt de handreiking een vooruitgang. “De gemeente ’s-Hertogenbosch is volop met circulariteit en duurzaamheid bezig. Maar voorheen hadden we eigenlijk vrijwel geen inzicht in de milieubelasting van een conserveringstechniek. Ik verwacht dat deze handreiking daar echt verandering in gaat brengen en ons gaat helpen bij onze keuze voor duurzame conserveringssystemen die het beste bij de kunstwerken passen.”
Binnen Rijkswaterstaat wordt het document al regelmatig gebruikt. Nieuwland moedigt gemeenten, provincies en waterschappen in het hele land aan om ook met de handreiking te gaan werken. “Het helpt enorm bij het kiezen voor de meest duurzame oplossing.”
Meer weten?
De handreiking is hier kosteloos te downloaden
De sessie over dit onderwerp tijdens de Dag van de Circulariteit werd verzorgd door Bart Boksebeld (Van Heteren Weg- en Waterbouw), Mattijs Erberveld (RWS) en Rob Luiten van CROW.