Circulair slopen gaat stapje voor stapje
Circulair sloper Bork gaf tijdens de Dag van de Circulariteit in de kennissessie ‘100% Circulaire Sloopketen? Van beleid tot uitvoering en verificatie’ een inkijkje in de dagelijkse praktijk. Koen Rooseboom en Arnout Vos van de Bork Groep uit het Drentse Stuifzand vertellen over bouwmaterialenhubs, Tussenstation en Circulair Mineraal.
De bouwsector staat aan de vooravond van grote veranderingen. Vijftig procent van het primair materiaalverbruik gaat momenteel naar woningen en gebouwen. De sector staat garant voor 11 procent van de CO2-uitstoot. Maar over iets meer dan vijf jaar moet die uitstoot met 55 procent zijn verlaagd. En het gebruik van virgin materialen moet dan afgenomen zijn met vijftig procent. Tegelijkertijd willen we de komende vijf jaar 900.000 nieuwe woningen bouwen. Hoe is dat met elkaar te rijmen?
Voorlopig is het meest passende antwoord: de circulaire economie. In een circulaire economie is er nauwelijks afval en worden producten en grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. En daar zijn circulaire slopers zich al danig van bewust.
Oorlogsbarakken
Sloopbedrijven richten zich meer en meer op hergebruik en bedenken allerlei manieren om bij te dragen aan de circulaire economie. Zo ook bij de Bork Groep. Commercieel manager Arnout Vos vertelt dat circulariteit in de genen van het familiebedrijf zit. “Bork is ontstaan in 1946, een tijd van schaarste. We zijn begonnen met het ophalen van oorlogsbarakken uit het westen die vervolgens in Drenthe weer werden opgebouwd. In het bedrijf is altijd het besef aanwezig dat je zuinig moet zijn op materialen.”
'Circulair Mineraal is beter dan regulier betongranulaat, maar we zien in de huidige aanbestedingen dat dat nog steeds gelijk wordt beoordeeld'
Marktplaats
De Bork Groep doet er bij het demonteren van gebouwen alles aan om zoveel mogelijk onderdelen uit het sloopproject te oogsten en beschikbaar te maken voor nieuwe bouwprojecten. De laatste jaren ziet medewerker Circulair van Bork Koen Rooseboom de opkomst ontstaan van bouwmaterialenhubs: platformen waar vraag en aanbod bij elkaar komen.
Om succesvol de transitie te maken naar de circulaire economie zijn materialenhubs echt noodzakelijk, ziet Rooseboom. “Als we een opdracht aannemen, maken we een inventarisatie van de materialen in het gebouw die we kunnen gaan oogsten. Met de inventarisatielijst gaan we de markt rond. We gebruiken daar onder andere de platformen Insert en Duspot voor, waar we vervolgens de materialen publiceren.”
Daarmee zorgt Bork ervoor dat er - voordat er daadwerkelijk met een project begonnen is - al een afzetmarkt is voor de materialen. “We zien dat er een gat is tussen vraag en aanbod. Als we demonteren komen de materialen vrij en die zijn niet altijd nodig, dat proberen we hiermee te ondervangen. Hebben we heel weinig materiaal dan plaatsen we die gewoon op Marktplaats, kijken of er een particulier geïnteresseerd is.”
Mochten de materialen niet hun weg vinden op Insert of Duspot dan is er Tussenstation. Rooseboom: “Dat is een opslagpunt waar we de materialen tijdelijk kunnen opslaan of bewerken.”
Veranderende rol
Rooseboom: “We merken dat onze rol steeds meer verandert. We zitten aan het begin van een traject aan tafel en nemen vaker de plek in van adviseur. We nemen onze opdrachtgevers stapje voor stapje mee in ons circulaire traject en kijken naar het totale plaatje. We laten zien dat je misschien wel materialen van een te slopen pand kunt toepassen in een nieuw pand. Daarmee hoef je bijvoorbeeld weer minder in te kopen.”
Circulair Mineraal
In de transitie van een lineaire naar een circulaire economie zijn nieuwe innovaties essentieel, schetst Rooseboom. De Bork Groep is één van de initiatiefnemers van Circulair Mineraal: een initiatief van zes Nederlandse sloop- en recyclingbedrijven, samen Eerland Recycling Services. De grondstoffenverwerkingsfabriek richt zich op de bewerking van betongranulaat om er weer nieuw beton van te maken.
“De recycling van de minerale component van bouw- en sloopafval is in Nederland nauwelijks van de grond gekomen. Slechts enkele procenten van de twintig miljoen ton bouw- en sloopafval per jaar keert terug in bouwkundige toepassingen in bijvoorbeeld constructief beton. Een installatie met een capaciteit van 50 ton per uur zet straks betonafval om naar grondstoffen voor nieuw beton. Door het produceren van de vulstof kan tot twintig procent van het cement uit beton vervangen worden voor gerecycled materiaal. Dit verlaagt de MKI-score aanzienlijk. De eerste fabriek is in opbouw en gaat begin volgend jaar draaien.”
Gelijk speelveld
Om de transitie naar een circulaire economie te doen slagen is het van belang dat koplopers worden beloond, vindt Rooseboom. “Als er dan creatieve ideeën ontstaan waar je financieel je nek voor uitsteekt, zoals bij Circulair Mineraal, dan moet dat ook worden beloond. Zo’n fabriek bouwen is een financieel intensief traject. Circulair Mineraal is beter dan regulier betongranulaat, maar we zien in de huidige aanbestedingen dat dat nog steeds gelijk wordt beoordeeld. Het is van belang dat je een gelijk speelveld creëert.”
Belemmerend
Rooseboom hoeft niet lang na te denken over wat voor de circulaire sloper de meest belemmerende factor is. “Dat is de wet- en regelgeving. In 2016 hebben we huizen geoogst die voldeden aan het toen geldende Bouwbesluit. We hadden het plan om die huizen een jaar later op een andere plek weer op te bouwen. Zo’n traject is nieuw en dan is er enige flexibiliteit en gunning nodig, maar we kregen te maken met een niet meewerkende ambtenaar. Maar we hebben vol gehouden! Uiteindelijk heeft het negen jaar gekost en kunnen we er binnenkort echt mee aan de slag. Soms is het een kwestie van een lange adem.”
'Circulair Mineraal is beter dan regulier betongranulaat, maar we zien in de huidige aanbestedingen dat dit nog steeds gelijk wordt beoordeeld.'