Circulair opereren aan de hand van zeven ontwerpstrategieën
Om zo circulair mogelijk te opereren, is het essentieel om dit al vanaf het ontwerp op te pakken. Om hier een leidraad in te creëren, zijn er zeven circulaire ontwerpregels na te streven. Aan de hand van praktijkvoorbeelden namen Sven van Es en Georgette van Driesten van Dura Vermeer, Maaike van Tiel (Heijmans) en Esther van Eijk (provincie Utrecht) deze strategieën door tijdens de Dag van de Circulariteit. Van Eijk fungeerde in deze workshop als sessieleider, ondersteund en aangevuld door Van Es, Van Driesten en Van Tiel.
Bij het ingaan op de praktijkvoorbeelden en daarmee op de verschillende strategieën kwam de ultieme vraag naar voren: welke circulaire ontwerpkeuzes moeten worden gemaakt om objecten te maken waarbij de grondstoffen oneindig oogstbaar zijn? Deze vraag wordt gesteld in de opgave van de koers naar een duurzame infra in 2030, vertelt Esther van Eijk. “Er valt nog veel te leren in deze koers, maar door te laten zien wat er wél kan, willen we vertrouwen creëren dat het mogelijk is.”
Introductie prestatie-eisen voor beton, staal en asfalt
De zeven ontwerpstrategieën voor circulair ontwerpen zijn afkomstig uit de leidraad voor circulair ontwerpen van platform CB’23. Het gaat om de volgende strategieën: 1. Preventie 2. Ontwerpen voor kwaliteit en onderhoud 3. Ontwerpen voor adaptiviteit 4. Ontwerpen voor losmaakbaarheid en herbruikbaarheid 5. Ontwerpen met hergebruikte delen van bouwwerken 6. Ontwerpen met secundaire grondstoffen 7. Ontwerpen met hernieuwbare grondstoffen
Er is een webtool opgeleverd die je door de leidraad heen leidt.
Preventiestrategie
Bij de eerste ontwerpstrategie, preventie, ligt de focus op het voorkómen van nieuwbouw. “Daar waar het niet mogelijk is om te voorkomen, is het doel om in ieder geval efficiënter en optimaler te ontwerpen”, legt Van Eijk uit. Aan de hand van een voorbeeld toont ze een ovatonde, een ovale rotonde, die smaller gemaakt is, zodat de overspanning korter is. “Dit alles zorgt ervoor dat er uiteindelijk minder materiaal nodig is.”
Ontwerpen voor kwaliteit en onderhoud
Bij de strategie die zich richt op het ontwerpen voor kwaliteit en onderhoud gaat het erom dat wat er al is, bewaard blijft en opnieuw kan worden ingezet. “Een voorbeeld is dat bestaande putten in het wegdek uiteindelijk daar weer terugkomen.”
Ontwerpen voor adaptiviteit
Ontwerpen voor adaptiviteit is er vooral op gericht om erover na te denken welke functie een bepaald bouwwerk kan vervullen in de toekomst. In een voorbeeld zien we een natuurinclusieve kademuur. “Hij is al natuurinclusief,
dus dat is mooi. De uitdaging is om hem nog méér natuurinclusief te maken, vertelt Sven van Es. “Denk hierbij aan een kademuur met daarbij of daarin ook de functie van een vissenhotel, een eendentrap of een insectenhotel.”
Ontwerpen voor losmaakbaarheid en herbruikbaarheid
De vierde strategie gaat uit van het ontwerpen voor losmaakbaarheid en bruikbaarheid. “Deze ontwerpstrategie triggert je om er al in de ontwerpfase over na te denken hoe het object aan het einde van de levensduur uit elkaar kan worden gehaald zonder dat er schade ontstaat. Dit alles om ervoor te zorgen dat uiteindelijk hergebruik mogelijk is." “Hierbij moet je als het ware achterstevoren ontwerpen”, vervolgt Van Eijk. Als voorbeeld van het ontwerpen voor losmaakbaarheid noemt ze een DuBlok geluidsscherm; modulaire, gevulde elementen die samen een geluidsscherm vormen. “Doordat het bestaat uit aparte blokken, is het na gebruik heel makkelijk weer los te koppelen, om het vervolgens ergens anders opnieuw te vullen en in te zetten”, vertelt Van Eijk.
Ontwerpen met hergebruikte onderdelen
Het vijfde principe is ontwerpen met hergebruikte onderdelen van bouwwerken. “Dat zijn bestaande onderdelen die opnieuw worden ingezet in een ander bouwwerk”, legt Van Eijk uit. In het voorbeeld komt het viaduct bij Hoog Burel naar voren. “Daar zitten hergebruikte betonnen hoogliggers in die dus uit een ander viaduct zijn geoogst. Om ze geschikt te maken voor het viaduct bij Hoog Burel, zijn ze korter gemaakt, aangepast en opnieuw gecertificeerd.”
Ontwerpen met secundaire grondstoffen
De strategie die uitgaat van het ontwerpen met secundaire grondstoffen is goed uit te leggen in het praktijkvoorbeeld van de Asfalt Recycling Train. “Hierbij ligt de focus niet op het hergebruiken van een onderdeel, maar gaan we echt terug naar de grondstoffen”, stelt Van Eijk. “Dit is bijvoorbeeld het geval bij het principe van de Asfalt Recycling Train: hierbij wordt asfalt opgepakt met een machine en vervolgens worden er bepaalde handelingen uitgevoerd om het asfalt weer geschikt te maken om het op dezelfde plek terug te leggen. Meer uitleg over de Asfalt Recycling Train >> (bron: Dura Vermeer).
Ontwerpen met hernieuwbare grondstoffen
In de zevende en laatste strategie ligt de focus op het ontwerpen met hernieuwbare grondstoffen. “Je gaat dan bewust nadenken over het inzetten van ‘groeiende’ grondstoffen. Denk hierbij aan planten en bomen. Een mooi voorbeeld is de loopbrug bij station Zwolle. Dit is een houten constructie.” Het gebruik van hernieuwbare grondstoffen vermindert het gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen en de eventuele uitputting ervan. Hiermee draagt deze strategie direct bij aan het bevoorraden van materiaalvoorraden.
De zeven circulaire ontwerpstrategieën dragen bij aan een belangrijk doel van de provincie Utrecht: de halvering van het gebruik van de hoeveelheid primaire abiotische grondstoffen. Uiteindelijk streeft de provincie ernaar om dit in 2050 op nul te hebben.