De eerste resultaten van de Asfalt Recycling Train
Om duurzamer en meer circulair te werk te gaan in wegonderhoud, is de Asfalt Recycling Train (ART) in het leven geroepen. De ART is een proces voor warme, ter plekke recycling van oud asfalt in nieuw asfalt. Hij staat symbool voor een intensieve samenwerking tussen de provincie Gelderland, Dura Vermeer en Rijkswaterstaat, die gezamenlijk werken aan een duurzame toekomst voor wegonderhoud. Robbert Naus van Dura Vermeer, Bas Harwig van provincie Gelderland en Fredy Sierra Fernandez van Rijkswaterstaat namen ons tijdens de Dag van de Circulariteit mee in de eerste resultaten.
Introductie prestatie-eisen voor beton, staal en asfalt
“Aan de ART ging een prijsvraag over duurzaam asfalt van Rijkswaterstaat vooraf, vertelt Naus. “De prijsvraag ging over de CO2-reductie bij de productie en aanleg van ZOAB. Hoewel de plannen voor de ART er al langer lagen, was dit voor ons de echt directe aanleiding om er concreet mee aan de slag te gaan. ”
In een animatie die tijdens de presentatie (en hieronder) te zien is, wordt de ART in Jip en Janneke-taal uitgelegd. Zo is te zien dat de ART van oud asfalt ter plekke nieuw asfalt maakt. “Het proces vindt plaats als een rijdende trein. Voorheen werd de oude deklaag verwijderd en afgevoerd door middel van frezen. De ART verwarmt de oude deklaag, zodat deze eenvoudig losgewoeld kan worden. Anders dan bij frezen blijven de stenen uit het oude asfalt intact en kan alles hergebruikt worden. Het oude asfalt wordt vermengd met een kleine hoeveelheid nieuwe bitumen om de kwaliteit op het gewenste niveau te krijgen. Het vernieuwde asfalt kan direct weer gespreid en verdicht worden. Doordat de aanwezige deklaag volledig hergebruikt kan worden, bespaar je op primaire grondstoffen en is er geen aan- en afvoer nodig. Dit leidt tot aanzienlijke CO2-reductie en een gunstigere MKI-score.”
Naus licht verder toe: “Er zijn twee zaken die essentieel zijn: het loswoelen en het in situ, dus ter plekke, 100 procent hergebruiken. Door het loswoelen maken we tevens niks stuk. En daar we alles ter plekke kunnen uitvoeren, zijn er geen extra transportbewegingen. Het is hiermee een autonoom proces, we zijn niet afhankelijk van een asfaltcentrale, vrachtwagens en files.”
De video van Dura Vermeer toont het proces:
Berekeningen en werkelijkheid
Hoewel de berekeningen voorafgaand aan het eerste gebruik van de ART zeer positief leken, moest dit in werkelijkheid natuurlijk nog wel blijken. Naus: “Afgelopen winter is er een ART aangeschaft. Het is een tweedehands apparaat, dat past ook in de gedachten van het circulaire verhaal. In maart is de ART voor het eerst getest op een verzorgingsplaats en in juni is een proefvak aangelegd op de N315 in Gelderland.” Inmiddels is er ook een vak aangelegd bij een gemeente en is er een proefvak geplaatst op de A2.
De noodzaak voor een duurzame en circulaire infrastructuur maakt de ART hernieuwd interessant, stelt Naus. "Er is nu heel veel aandacht voor de circulariteitsdoelstellingen in 2030 en 2050 en daar kan de ART een aanzienlijke bijdrage aan leveren. De verjongingsmiddelen die worden gebruikt in het proces van de ART maken het mogelijk om bij een lagere temperatuur alsnog een goede kwaliteit te kunnen garanderen. Tot slot is het goed te melden dat tijdens de proeven met de ART emissies gemeten zijn en dat er nergens grenzen zijn overschreden.”
Aanbevelingen
Naus doet nog een aantal aanbevelingen. “Om de verwarming van het asfalt wat meer gedoseerd te kunnen laten verlopen, zou het prettig zijn om gebruik te kunnen maken van drie pre-heaters in plaats van twee, zoals dat nu nog gebeurt. Hierdoor ontstaat er bovenin geen oververhitting, iets wat met twee pre-heaters nog wel gebeurt.” Verder zou het hele proces volgens hem nog makkelijker gaan wanneer je over twee ART’s kunt beschikken. “Hiermee kun je twee rijstroken naast elkaar tegelijkertijd aanpakken, wat uiteindelijk een betere kwaliteit oplevert.”
De ART werkt volgens een autonoom proces. “Hij is niet afhankelijk van asfaltcentrales en leent zich hiermee uitstekend voor een 24/7-dienst. Daarnaast veroorzaakt de ART geen files, omdat er geen extra aan- en afvoer nodig is. Ook zijn er plannen om de ART te verduurzamen: de plannen voor de ART-e zijn in ontwikkeling”, vertelt Naus trots. Hij benadrukt nog wel een kleine keerzijde van de ART: “De ART is vervanging van de deklaag. Dat betekent dat alles wat eronder zit wel in goede conditie moet zijn, anders heeft het geen nut.” Verder is het goed om te weten dat de ART uitsluitend kan worden ingezet op een weg zonder al te veel obstakels zoals drempels, kruispunten en rotondes, zegt Naus.
De provincie Gelderland
Provincie Gelderland is een van de ondersteuners van de ART. Bas Harwig van de provincie legt uit waarom en waarom dit aansluit bij de doelen van de provincie. “Sowieso is het goed om te benadrukken dat wij als provincie onze doelen graag laten aansluiten op de landelijke doelen”, vertelt Harwig. “Zo richten wij ons tot 2030 vooral op het verlengen van de levensduur, het verhogen van circulariteit en het verlagen van de productietemperatuur van asfalt.”
Circulariteit heeft hierbij wel de grootste focus bij de provincie. “Om hier een extra impuls aan te geven, zetten we in op stimulerende, faciliterende en marktaanjagende maatregelen. De ART sluit in deze vooral aan op de stimulerende en faciliterende maatregel. Het is een hele mooie circulaire onderhoudstechniek met potentie op het Gelderse areaal.”
De rol van Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat heeft een initiërende rol in het hele ART-verhaal. “Vanuit het Transitiepad Duurzame Wegverhardingen zijn we bezig met een maakbare toekomst voor de wegeninfra: “Deze is schoon, circulair en emissieloos”, vertelt Sierra Fernandez. “In deze maakbare toekomst produceren en onderhouden we wegen duurzaam. Vandaag zijn we daar nog niet en we moeten de sector dus in transitie zien te krijgen. Wij werken daarom langs drie ontwikkelsporen: aan duurzame productie, duurzaam uitvoeren van onderhoud en duurzame sectorsamenwerking. Specifiek voor onderhoud moeten we ons nu afvragen of we in de toekomst bijvoorbeeld wel voldoende duurzame onderhoudsmaatregelen hebben. Daar moet dus aan gewerkt worden, en met de ART zetten we daarin een hele mooie forse stap. “
“Nu de machines er zijn, werken we aan het valideren van de techniek, het ter beschikking stellen van de machines voor de sector en alle kennis hierover te delen met publieke en private partijen. Zodat iedereen mee kan in de leercurve. Door samen te werken maken we de toekomst van duurzaam wegonderhoud mogelijk.”