Asfalt na de transitie
Soms mis ik de trein en pak ik de elektrische auto naar Rijkswaterstaat. Die zwarte toren aan de A12 in Utrecht. De wereld na de transitie naar en klimaatneutrale en circulaire sector ontvouwt zich.
De eerste etappe van mijn rit voert me over de Dalweg in Soest. De bestaande weg wordt zorgvuldig in lagen geoogst en elektrisch vervoerd naar een kleine asfaltcentrale. Een elektrische centrale die tijdelijk staat opgesteld op de parkeerplaats van zwembad de Engh. Omdat vrijwel al het oude asfalt wordt hergebruikt, is er nauwelijks extra asfalt nodig om de oude weg weer een nieuwe leven te geven.
Rechtsaf bij de rotonde, de Laanstraat op. Na de verjonging van afgelopen zomer ligt de weg er weer goed bij. Het reguliere asfalt werk is uitgesteld, waardoor minder CO2 wordt uitgestoten en de omwonenden minder last hebben van werkzaamheden.
Dan bij de stoplichten linksaf de Biltseweg op. De N234 wordt vernieuwd met een asphalt recycling train (ART). In één 0-emissie werkgang het bestaande asfalt verwarmen, loswoelen, verbeteren en opnieuw aanbrengen. De ART bleek prima geschikt voor de rechte asfaltbanen van de provinciale wegen. Geen putdeksels…
Na tankstation de Haan linksaf de A27 op richting Utrecht. Ook de rijksweg wordt aangepakt. Waterstofvrachtwagens leveren asfalt met bio-based bitumen uit een gerenoveerde asfaltcentrale. Deze centrale, voorheen gestookt op gas draait nu op elektriciteit. En dankzij de kwaliteitseisen aan vrijgekomen asfalt, wordt al het asfalt dat vrijkomt weer gebruikt in nieuw asfalt.
Ik ben er, toch nog op tijd.
Jasper Flapper, Adviseur duurzaam inkopen GWW Rijkswaterstaat