Tine de Moor
Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit
Toekomstopgave is het herverdelings-vraagstuk
De Vlaamse Tine De Moor is hoogleraar 'Sociale ondernemingen en instituties voor collectieve actie' aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. Zij houdt zich al jaren bezig met burgercollectieven en heeft dit thema zowel in Nederland als daarbuiten op de kaart gezet. Vanuit haar functie zette ze in 2022 CollectieveKracht.eu op, een kennisuitwisselingsplatform van en voor burgercollectieven uit alle sectoren: van energie tot wonen, van zorg tot voedsel. Daarnaast zet ze zich, ook in haar vrije tijd, met hart en ziel in voor de Vlaamse coöperatieven.
Burgercollectieven bestaan al heel lang, maar sinds de jaren negentig is het aantal opvallend toegenomen. Tine verklaart dit als volgt: “Mensen hebben behoefte aan verbinding en willen maatschappelijk van waarde zijn. Collectieven vullen het gat dat is ontstaan tussen markt en overheid.”
Gevraagd naar de toekomst van wonen, welzijn en zorg in relatie tot de burgercollectieven, verwacht Tine dat deze initiatieven, zoals coöperaties, ook in de wereld van wonen, welzijn en zorg blijven toenemen. “Coöperaties kennen de behoefte van bewoners en staan dus dicht bij de burger. Ze hebben vaak een sterk lokaal netwerk en zijn altijd enorm betrokken en gedreven.” Ze bieden bovendien een antwoord op de maatschappelijke uitdadingen op het gebied van zorg, de woningmarkt, duurzaamheid, eenzaamheid.
‘De shift maken van meer kwaliteit en minder kwantiteit’
Schaarste
“Veel burgercollectieven zijn bezig met ‘sufficiëntie’, het ‘genoeg’, zegt Tine. “Onze maatschappij is gericht op overconsumptie, waarbij het te veel gaat om de kwantiteit in plaats van de kwaliteit. Neem het Broodfonds, een ziektekostenverzekering voor zzp’ers. Dat is een mooi voorbeeld van een burgercollectief. Maar hoeveel mag je als zieke zzp’er nemen van de financiële buffer die het collectief heeft opgebouwd? De grens is niet eenvoudig vast te leggen. Als je kijkt naar collectieve zorg speelt dat vraagstuk ook. Hoever gaan vrijwilligers? Wassen zij de billen van de buurman? Of denk aan de openbare ruimte. Als je parkeert, neem je publieke ruimte in. Die ruimte is niet van jou alleen. Dat vergeten sommige mensen nog wel eens.
Dus hoe ga je om met, bijvoorbeeld, die publieke ruimte? En als je meer wilt, betaal je daar dan voor? Of wat is voldoende voor jou? Wat zijn je plichten die samenhangen met de rechten die je als burger hebt? Als voorzieningen schaars worden, moeten we goed nadenken over het herverdelen en de rechten en plichten.”
Verdelen
Bij een burgercollectief gaat het vaak over het verdelen van privaat goed. Tine geeft een voorbeeld op het terrein van wonen. “In mijn woonplaats Gent zijn er veel wooncollectieven. Zo bestaat er sinds twee jaar, vlakbij Gent Dampoort, woongemeenschap De Bijgaardehof. De totstandkoming heeft enorm lang geduurd. Ik ben er in het begin nog bij betrokken geweest, maar de bewoners wonen er nu eindelijk,” De Bijgaardehof bestaat uit drie verschillende gebouwen met appartementen. De bewoners
delen een aantal voorzieningen zoals de tuin en wasruimte. Daarnaast heeft ieder gebouw zijn eigen gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een kas of een werkatelier. Bewoners bepalen met elkaar wat ze als collectief beschouwen en wat niet. Iedere bewoner kijkt wat voor hem of haar belangrijk is. “Het gaat daarbij natuurlijk ook om vertrouwen hebben in elkaar.”
Shift naar meer kwaliteit
Volgens Tine is het de opgave van de toekomst om als maatschappij om te gaan met een herverdelingsvraagstuk. “We moeten de shift maken van meer kwaliteit en minder kwantiteit. Het eigen belang gaat nog vaak voor, maar op de lange termijn is dit niet altijd goed voor het collectieve belang. Kijk naar corona. Voor jou als individu was het misschien vervelend om een mondkapje te dragen, maar voor andere mensen was het wel fijn dat je het deed. Iedereen heeft wel eens de neiging om de kantjes ervan af te lopen. Ook bij gezamenlijke moestuinen zie je dat gedrag terug. Dan stoppen sommige mensen wel erg veel boerenkool in de tas. Maar hoeveel mag je precies nemen van de oogst? Je ziet dat er - mede daardoor - bij zulke initiatieven successievelijk meer regels komen. Maar als er te veel regels worden opgelegd, krijg je vaak het tegenovergesteld effect: mensen haken af of worden opstandig en geven er toch een eigen invulling aan.
Het luistert dus nauw hoe je de boodschap brengt. Met de juiste taal kun je het juiste effect bereiken, terwijl een verkeerde toon demotiverend kan werken.”
‘Hoeveel mag je precies nemen van de oogst?’
Samen nadenken
Hoe moet het dan wel? “Je kunt bétere regels maken en de ‘wisdom of the crowd’ gebruiken, dus samen nadenken. Dat zijn we ook verleerd in de samenleving. Er wordt wel geroepen: ‘we moeten naar de burgers luisteren’, maar doen we dat echt? En goed luisteren is ook niet voldoende. Er moet een dialoog zijn tussen bijvoorbeeld de burgers en de overheid. Dan heb je pas echt een gesprek.”
Vanuit CollectieveKracht organiseert Tine dialoogbijeenkomsten over onderwerpen als financiering door fondsen. “Zo geven we de dialoog een duwtje, zorgen dat alle kanten van een thema langskomen en laten we mensen echt luisteren naar elkaar.” Tine gelooft in de kracht van burgers en zal door haar waardevolle werk een belangrijke bijdrage blijven leveren aan kennisontwikkeling rondom het thema collectieven en verdeling.