Een fijne oude dag
Ouder worden kan samengaan met dementie. Dat geldt ook voor de bewoners bij Philadelphia. Door dementie raken zij de grip op hun leven kwijt. Ze vergeten wat ze ooit hebben geleerd en konden. Bovendien gaat dat wat hun persoonlijkheid kenmerkt, verloren. Esther van der Wielen, locatiemanager bij Philadelphia, vertelt hoe zij mensen met dementie ondersteunt en bijstaat.
Esther werkt op een locatie waar mensen met een (verstandelijke) beperking wonen. ‘Vanaf de leeftijd van 40 jaar vallen zij als het ware al onder de ouderen’, vertelt Esther. ‘Voor deze doelgroep gebruiken we de methodiek Levensgerichte zorg, die zoveel mogelijk aansluit bij de cliënt.’
Een van de verdiepingen op een locatie van Philadelphia in Amsterdam, waar Esther op het moment dat we dit interview afnemen zit, is speciaal ingericht voor mensen met dementie. ‘Op deze verdieping is speciale aandacht besteed aan looproutes en herkenbare plekken. Wat je verder merkt bij deze doelgroep, is dat ze veel behoefte hebben aan nabijheid’, legt Esther uit. ‘Deze groep maakt dan ook meer gebruik van het groepswonen. Over het algemeen geldt: waar de begeleiding is, zijn de bewoners ook. Bij mensen met dementie is de belevingswereld veel kleiner, en ze zoeken constant die nabijheid op.’
Omdat iedere persoon verschillend is, kijken ze bij Philadelphia gericht naar de behoefte en zorgvraag van de cliënt. ‘Het is dus niet zo dat we met zijn allen gaan kleuren’, vertelt Esther. ‘Wel proberen we in ieder geval elke dag iets aan beweging te doen en naar buiten te gaan. Dit wordt dan bijvoorbeeld ingevuld met het maken van een ommetje, een rondje op de duofiets, of de fiets met het fietslabyrinth erop. Op dit fietslabyrinth kun je landschappen aanklikken, waarbij je fictief door een bepaalde stad of een bepaald landschap fietst.’
Wanneer een cliënt met dementie naar buiten wil of gaat, gebeurt dit altijd onder begeleiding. ‘Mensen met dementie raken snel de weg kwijt en lopen vaak wat onzeker. Hierdoor neemt de kans op vallen toe. Daarom zorgen we altijd dat er iemand bij is wanneer ze naar buiten gaan.’ Het gebouw beschikt over een heel groot balkon waar bakken op hoogte in staan. Hier kunnen de cliënten in tuinieren, ieder op hun eigen manier. ‘Wat ook wel leuk is om te vertellen, is dat onze tuin bewonervriendelijk is ingericht met paadjes en zitplekjes, herkenbare bloemen en planten’, aldus Esther. ‘Planten die de cliënten dus kennen vanuit hun jeugd, bijvoorbeeld. En in de tuin hebben we fruitbomen.’
De invulling van de dag is juist voor mensen met dementie erg belangrijk. ‘Ze weten graag waar ze aan toe zijn en hechten heel veel waarde aan routine’, stelt Esther. ‘Hierbij is het erg belangrijk om de cliënten overdag genoeg licht en beweging te geven, zodat ze ’s avonds moe genoeg zijn. Wanneer het overdag te donker is, gaan ze vaker dutjes doen, met soms als gevolg dat ze ’s avonds en ’s nachts gaan ronddwalen.’ Ook bij de verlichting in het gebouw is hiermee rekening gehouden. ‘Bij deze verlichting zie je geen schaduwen en dat is voor mensen met dementie erg fijn, want diepte zien vinden ze ook lastiger. Als er schaduwen zijn door licht, kunnen ze onterecht denken dat dit een obstakel is waar ze overheen moeten stappen of langsheen moeten lopen.
Met dit type verlichting voorkomen we dat. Het felle licht is niet altijd even gezellig, maar ’s avonds dempen we het weer wat meer, zodat de mensen door hebben dat het bijna tijd is om te gaan slapen.’
De communicatie tussen de familie van de cliënt en het team begeleiders en behandelaren is erg belangrijk. Het zorgdossier is vaak door de familie in te zien, zodat ze kunnen meelezen wat de stand van zaken is rondom de cliënt. ‘Het is voor de bewoner heel belangrijk dat er goed contact is tussen de begeleiders en de familieleden. Daarnaast is het belangrijk dat er tussen de familieleden en begeleiders afstemming plaatsvindt om ervoor te zorgen dat de bewoner de juiste en meest gewenste hulp krijgt.’