‘We willen iedere dag het beheer van de openbare ruimte verder verbeteren’
Tekst: : Mark Bos
Data kan een krachtig hulpmiddel zijn om de buitenruimte leefbaarder, veiliger en schoner te maken. Om met hun softwareoplossingen daarbij het beheer van de openbare ruimte in de stad verder te verbeteren, slaan BeheerVisie, DataQuint en Pharox de handen ineen en smelten samen tot Progresity. We spraken directeur Jan-Peter Reumerman over het hoe en waarom van de fusie. “Door de bedrijven samen te voegen, kunnen wij onze oplossingen slimmer en integraal aanbieden en gemeenten helpen echt vooruitgang te boeken.”
Steeds weer een stap zetten om die leefbaarheid van de openbare ruimte te verbeteren, dat is wat veel professionals die aan de buitenruimte werken drijft. Ook die van Progresity, die daarbij de focus hebben op het beheer van de buitenruimte. “Wij willen gemeenten helpen keuzes te maken zodat ze echt impact kunnen maken in die openbare ruimte. We willen software maken die echt iets verbetert.”
Vanaf de studentenkamer
Voor Reumerman begint die missie in 2002, op zijn studentenkamer in Rotterdam, waar hij economie en informatica studeert. Bomenwacht Nederland heeft gehoord over zijn programmeervaardigheden en klopt bij hem aan: kan hij hen helpen bij het vastleggen van de resultaten van hun bomeninspectie? Reumerman gaat de uitdaging aan en levert een applicatie waarin de Bomenwacht digitaal de gegevens van hun duizend bomen kan beheren.
‘Dit is geweldig, daar zit markt in’, tipt de tevreden klant Reumerman. “Dus ik ben gaan kijken of er meer van dit soort bedrijven of gemeenten waren die dergelijke software nodig hadden. Nou, dat bleek zo te zijn en toen heb ik in 2003 DataQuint opgericht.” Hij begint met twee dagen in de week, met bouwen aan GeoVisia, software om inspecties te doen en kapitaalgoederen te beheren. “Gaandeweg bleek dat verkoop me beter lag en ben ik mensen gaan aannemen om zo langzaam verder te groeien naar een team van 35 medewerkers.”
Burgerzaken en de openbare ruimte tak
In 2016 verkoopt Reumerman zijn bedrijf aan Conxillium, dat hem vijf jaar later vraagt om terug te keren als directeur bij haar Public Space-bedrijven. Hij komt aan het roer te staan bij DataQuint en de andere bedrijven binnen de Conxillium-groep die zich bezig hielden of wilden gaan houden met de softwareoplossingen voor het beheer van de openbare ruimte.
“Conxilllium is de holding die bedrijven koopt met een groeistrategie in Nederland en de EU. Daaronder hangen zes bedrijven die software leveren aan overheid, vooral lokale overheidsinstellingen: dat varieert van software voor burgerzaken tot het bouwen van gemeentewebsites. Die Civil Affairstak is de ene kant, en de andere kant is de openbare ruimte tak: dat waren losse bedrijven en die zijn nu samengevoegd in Progresity.”
Hij somt op: “Dat gaat dan om BeheerVisie, Dataquint en Pharox. Daarin komen in de markt bekende producten samen als Binnenbeter en Buitenbeter van BeheerVisie, een meldingsapplicatie voor burgers. GeoVisia is de meest gebruikte beheersoftware in de gemeentelijke markt en SCIP is van Pharox: het Smart City Integratie Platform waarmee gegevens tussen applicaties kunnen worden gedeeld en automatisch worden vertaald naar de daarvoor geldende standaard.”
"
Wij vonden dat als je als gemeente echt vooruitgang wilt boeken - en daar komt progress in Progesity vandaan - wij de boel moeten samenvoegen om het slimmer aan te kunnen bieden.” - Jan-Peter Reumerman, managing director Progresity
Progress in the city
Die laatste drie fuseren nu tot Progresity. Reumerman legt uit dat die behoefte van twee kanten kwam, vanuit de (uitdagingen van de) markt én de medewerkers. “In de openbare ruimte hebben we te maken met steeds meer mensen per vierkante meter, dus een intensiever gebruik van de buitenruimte. Daarnaast is er door vergrijzing sprake van kennisverlies bij gemeenten.” Hij noemt ook de nieuwe maatschappelijke opgaven waar gemeenten mee te maken hebben, zoals klimaatadaptatie, hittestress, biodiversiteit.
“Dat vraagt om een slimmere, integrale benadering, ook vanuit onze softwareoplossingen. Daarom denken wij dat het slim is die te verbinden. Ook om het lerend effect te vergroten, van hoe ik maximaal mijn openbare ruimte kan beheren en verbeteren. En hoe dat tegen acceptabele kosten en risico’s kan. Wij vonden dat als je als gemeente echt vooruitgang wilt boeken - en daar komt progress in Progesity vandaan - wij de boel moeten samenvoegen om het slimmer aan te kunnen bieden.”
Software bouwen en iets achterlaten
Reumerman stelde het al, die vraag tot samengaan kwam ook vanuit de medewerkers. “We werkten eigenlijk allemaal al samen, maar wel nog in aparte bedrijven. We willen graag ook echt in een team werken en naar buiten laten zien dat wij met ons allen de data van die buitenruimte inzichtelijk maken en die omzetten naar begrijpelijke informatie. En daar komt het ‘Making Sense of the City’ vandaan.” Die drijfveer is ook de kern van Progresity, vindt Reumerman. Dat komt terug in de kernwaarden - trust, excitement, dedication en together - en de visie van de onderneming.
“Werken aan een schone, leefbare, veilige omgeving, dat is waarom mensen bij ons werken. Je wilt software bouwen, maar ook iets achterlaten. Bij mezelf was het helemaal in het begin nog: gaaf, we gaan software bouwen die mensen helpt. En nu we inmiddels met negentig medewerkers zijn, is het dat we echt wel een stukje Nederland kunnen verbeteren in de openbare ruimte.” In kleine stappen, elke dag iets verbeteren. Concreet kan dat zijn: een werkproces automatiseren, het voor de burger net iets makkelijker maken een melding te doen of dat we verschillende systemen op elkaar aansluiten waardoor er iets automatisch gebeurt.”
"
Het is publiek geld, daarom vinden we het belangrijk dat de software, de consultancy en de service die we bieden echt een toegevoegde waarde is. - Jan-Peter Reumerman, managing director Progresity
Alle uitdagingen van de buitenruimte integreren
Het doel van Progresity is om voor miljoenen inwoners de openbare ruimte te verbeteren. “In Nederland kijken we daarvoor heel erg naar de standaarden: CROW heeft het IAMPro-model gelanceerd: daar staat in hoe je iedere keer weer de openbare ruimte kan verbeteren: door slim beleid te maken, door goed om te gaan met programmeren, door te plannen, uit te voeren en te evalueren, waarbij data en mens centraal staan. Onze strategie is dat we al die onderdelen invullen met goede software. Daar waar we dat nog niet doen, zijn we op zoek naar partijen met wie dat samen kunnen doen of die we kunnen overnemen.”
“Sinds ik terug ben zijn we vooral bezig geweest met het schaalbaar maken van onze applicaties, zodat we het overal snel uit kunnen rollen. Dat hebben we gedaan: aan de meldingenkant hebben we een nieuwe Buitenbeter app en een Binnenbeter-applicatie uitgerold.
Met SCIP hebben we een nieuw platform dat applicaties aan elkaar kan verbinden, want het staat niet op zichzelf als je bijvoorbeeld een melding doet. Dan wil je graag weten over welke mast het gaat en de aannemer wil graag al die informatie in één keer krijgen. Dus door dat soort onderdelen te verbinden, denken we dat we het slimmer kunnen doen. Daarnaast lanceren we komend jaar een volledig vernieuwde versie van ons beheersysteem GeoVisia, GeoVisia 7.”
Reumerman wil daarbij dat klanten ook echt overtuigd zijn van de software en het daarom kiezen: “Dat ze ervan overtuigd zijn dat het iets voor ze verbetert en ze verder helpt. Het is publiek geld, daarom vinden we het belangrijk dat de software, de consultancy en de service die we bieden echt een toegevoegde waarde is.”
Innoveren met BOR2050
Innoveren doet Progresity onder andere met het product BOR2050. “Wij zijn daarin bezig met software die gemeentes laat weten waar ze staan met hun doelstellingen op het gebied van klimaat, als het gaat om het beheer van de openbare ruimte. En waar ze naar toe moeten. Daar vind je ook input van andere gemeenten en bedrijven die daaraan mee hebben geholpen. Het is echt een samenwerking, waarbij we gezegd hebben: elke euro die daarheen gaat, wordt ook volledig geïnvesteerd in de tooling en dienstverlening om gemeentes ervan bewust te maken dat we echt iets kunnen veranderen. Het is een voorbeeld van een mooie samenwerking tussen bedrijven, ingenieursbureaus en gemeenten waarin we duidelijk laten zien: het geld gaat ook gewoon terug dus investeer mee, maar maak er vooral gebruik van."
Gemeenten vinden het vaak lastig te bepalen waar ze met hun klimaatdoelstellingen staan ten opzichte van 1990, 2030 en 2050. BOR2050 helpt hen hiermee en Progresity focust zich daarbij op het beheer. De Impact Beheer Monitor brengt daarin alle relevante bronnen samen, zodat zichtbaar is waar je staat en welke maatregelen de meeste impact hebben richting 2050. Thema’s hierbij zijn biodiversiteit, hittestress, wateropvang en natuurlijk CO2-reductie.
“In onze monitor kun je meten wat een verandering van een ontwerptekening doet, of wat anders maaien of niet maaien doet. Of hoe je om kunt gaan met een specifiek of nieuw type groen, of bij een herinrichting waarbij je ander materiaal gebruikt of ander materieel inzet. Dan kunnen we wel degelijk zeggen hoeveel impact en besparing erin zit. En eventueel met keiharde getallen op het gebied van temperaturen als je bepaalde bomen ergens plaatst. Er zitten allerlei zaken en berekeningen in die door andere professionals (zoals de WUR) zijn opgesteld. Wij gebruiken het in één tool, zodat de gemeente kan zien waar ze de meeste impact kunnen maken.”
Meer informatie: www.BOR2050.nl