Stelling: ‘In de verdichte steden is nog voldoende onbenutte ruimte voor spelen en bewegen’.
De openbare ruimte naar ieders wens indelen is een vrijwel onmogelijke opgave. Bij de aanleg of herinrichting van wijken of buurten strijden allerlei belangen om voorrang. Spelen en bewegen is een van die zaken die in de ogen van velen te weinig ruimte krijgt toebedeeld. Maar waar een wil is, is een weg, luidt het gezegde. Als er geen speelplek is, zijn kinderen vaak zelf creatief genoeg om toch een speelplek te creëren. Hoe creatief gaan we om met de ruimte die er wel beschikbaar is, zoals bijvoorbeeld schoolpleinen, sportaccommodaties, georganiseerde speeltuinen, de buitenruimte. Benutten we die wel ten volle? Vandaar dat we deze stelling voorlegden aan een panel: