Nieuw meetinstrument beoordeelt kindvriendelijkheid buurt door ogen ouders
Hoe meet je hoe kindvriendelijk een buurt is? Ouders zijn daarin een belangrijke factor, zij bepalen immers waar ze met hun kinderen gaan wonen en waar ze hun kroost laten spelen. Het is daarom van belang om te kunnen meten hoe kindvriendelijk ouders een buurt vinden, om dit vervolgens te kunnen implementeren in het ontwerp van kindvriendelijke wijken. Een universeel instrument om dit te meten, ontbrak echter nog, maar na een onderzoek van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Fontys Hogeschool, is die er nu wel.
Tekst: Xiaoli Gong (TU/e) , Pauline van den Berg (Fontys) en Theo Arentze (TU/e) en Mark Bos
Schrikbarende cijfers
Veel kinderen bewegen te weinig. Eén op de drie jongens en bijna de helft van de meisjes van 4 tot 11 jaar voldoet niet aan de beweegrichtlijnen. Ook is de motorische vaardigheid van kinderen de afgelopen jaren verminderd. Volgens Jantje Beton zijn de cijfers over de ontwikkelingen rondom het buitenspeelgedrag van kinderen schrikbarend. In 2022 speelde nog maar een kwart van de kinderen tussen 6 en 12 jaar iedere dag buiten zonder toezicht en in 2024 is dit percentage gedaald naar 13 procent.
Het zijn harde cijfers, zeker in de wetenschap dat voldoende beweging van wezenlijk belang is en veel positieve effecten heeft voor kinderen: het draagt bij aan lichamelijk en mentale gezondheid, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling, motorische ontwikkeling en welzijn van kinderen. Na het buitenspelen voelen bijna alle kinderen zich vrolijk en blij, zo wijst onderzoek van Jantje Beton uit.
Ontwerpen om bewegen te stimuleren
Om buurten te ontwerpen die de fysieke activiteit van kinderen stimuleren, is het belangrijk om rekening te houden met de perceptie die ouders hebben van de kindvriendelijkheid van de buurt. Want als ouders de buurt als kindvriendelijk ervaren, zullen ze eerder geneigd zijn om hun kinderen zelfstandig buiten te laten spelen of zelfstandig naar school te laten wandelen of te fietsen. ‘De helft van alle kinderen wil wel meer buitenspelen. Maar voor ouders is het gebrek aan speelplekken en sociale veiligheid vaker dan in 2022 reden om hun kind binnen te houden’, zo meldt Jantje Beton. De perceptie die ouders hebben van de kindvriendelijkheid van de buurt heeft dus invloed op hoeveel hun kinderen bewegen, wat vervolgens van invloed is op de gezondheid en het welzijn van de kinderen.
Het is daarom van belang om te kunnen meten hoe kindvriendelijk ouders een buurt vinden, om dit vervolgens te kunnen implementeren in het ontwerp van kindvriendelijke wijken. Een universeel instrument om dit te meten, ontbrak echter nog. Het doel van dit onderzoek was om een nieuw meetinstrument te ontwikkelen en te valideren om te meten hoe ouders de kindvriendelijkheid van de buurt beoordelen.
Meetinstrument
Het meetinstrument dat Xiaoli Gong, PhD-student aan de TU/e, hiervoor heeft ontwikkeld, bestaat uit veertien stellingen over de fysieke en sociale leefomgeving. Deze stellingen zijn onderverdeeld in vijf dimensies, gebaseerd op de vijf rechten en behoeften van kinderen: een kindvriendelijke buurt is een buurt waar kinderen veilig zijn, vrij kunnen bewegen, toegang hebben tot basisvoorzieningen (onderwijs, vervoer, gezondheidszorg, recreatie), toegang hebben tot groene ruimte en vrienden ontmoeten. Voor ieder van deze dimensies zijn één of meer stellingen geformuleerd die samen het meetinstrument vormen.
Meetinstrument voor de perceptie van ouders over de kindvriendelijkheid van de buurt
Online enquête
“Om dit meetinstrument te valideren, hebben we data verzameld met een online enquête”, vertelt Pauline van den Berg, senior onderzoeker Gezonde Leefomgeving bij Fontys. “In totaal hebben 309 ouders in Nederland de enquête ingevuld. Zij kregen de veertien stellingen voorgelegd. Daarnaast bevatte de enquête vragen over persoonskenmerken, kenmerken van de buurt en de fysieke activiteit van het kind. Aan de hand van de postcode van de respondenten zijn ook geografische gegevens en CBS data van de buurt toegevoegd.”
Met behulp van factoranalyse en structural equation modeling is de validiteit van het meetinstrument onderzocht. Van den Berg: “We hebben onderzocht of de stellingen één onderliggend begrip meten en of er een relatie is tussen dit begrip (de perceptie van ouders over de kindvriendelijkheid van de buurt) en de beïnvloedende factoren (kenmerken van de buurt zoals afstand naar school, stedelijke dichtheid, hoeveelheid groen, percentage kinderen in de buurt, sociale cohesie) enerzijds en de gevolgen (fysieke activiteit van kinderen) anderzijds.”
Aanbevelingen voor ontwerp
Deze resultaten kunnen gebruikt worden om omgevingen te ontwerpen die bijdragen aan de gezondheid en welbevinden van kinderen. Van den Berg: “Op basis van de factorladingen van de items kan worden geconcludeerd dat er bij het ontwerpen van kindvriendelijke wijken een sterke focus moet zijn op veiligheid, zodat kinderen veilig in hun buurt kunnen spelen, lopen en fietsen. Ook de weg naar school moet veilig zijn, zodat kinderen zelfstandig met de fiets of te voet naar school kunnen. Vrijliggende voetpaden en fietspaden en een maximale snelheid van 30 km per uur in de buurt zijn cruciaal om kinderen te beschermen tegen auto-ongelukken.”
Daarnaast moet een kindvriendelijke buurt basisvoorzieningen voor kinderen bieden, zoals een school, openbaar vervoer, zorgvoorzieningen en recreatievoorzieningen zoals speeltuinen en sportvoorzieningen, zo blijkt uit het onderzoek. “Groene ruimtes (bomen, gras, parken en openbaar groen) vergroten ook de kindvriendelijkheid van de buurt. Bovendien is het voor een kindvriendelijke buurt belangrijk dat er plekken zijn waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten en spelen met vriendjes of andere kinderen.”
“De aanwezigheid van kinderen in de buurt is van groot belang voor het sociale netwerk en de lichamelijke ontwikkeling van kinderen. Als de buurt veilig genoeg is voor kinderen om rond te dwalen en recreatiemogelijkheden biedt, stimuleert dit kinderen om naar buiten te gaan en om andere kinderen te ontmoeten en elkaar te leren kennen. Daarnaast is het voor een kindvriendelijke buurt ook belangrijk dat er toegankelijke gemeenschapsvoorzieningen en aantrekkelijke openbare ruimtes zijn die de sociale cohesie bevorderen.”
Toekomstig onderzoek
In toekomstig onderzoek zou het goed zijn om de test-hertest-betrouwbaarheid van het meetinstrument te onderzoeken door respondenten na een tijd nogmaals de vragenlijst voor te leggen, zo bepleit Van den Berg. “Daarnaast zou het interessant zijn om ook buiten Nederland het meetinstrument te testen, om te zien in hoeverre dit meetinstrument ook geschikt is voor andere culturele en ruimtelijke contexten. Het is ook aan te raden om data te verzamelen in verschillende seizoenen, om te zien of er een effect is van het weer en bladeren aan de bomen op de perceptie van kindvriendelijkheid.”
“Hoewel er nog meer onderzoek nodig is, levert dit onderzoek een bruikbaar meetinstrument waarmee de perceptie van kindvriendelijkheid van de buurt gemeten kan worden. Daarnaast biedt dit onderzoek richtlijnen voor het ontwerpen van kindvriendelijke buurten, waarin kinderen gestimuleerd worden om buiten te spelen en te bewegen, wat bijdraagt aan hun gezondheid en welbevinden”, besluit Van den Berg.
Dit artikel is gebaseerd op het artikel “A new measurement method of parental perception of child friendliness in neighborhoods to improve neighborhood quality and children's health and well-being.”, gepubliceerd in Cities. Het volledige artikel is hier te vinden.